De Strautmann LBF 740 opraapdoseerwagen werd voor de eerste keer gesignaleerd in juli 1973 te Makkinga (Friesland) tijdens een demonstratie van werktuigen voor de zomerstalvoedering. De verwachting was destijds dat het aantal bedrijven met zomerstalvoedering sterk zou toenemen door het streven naar een intensievere bedrijfsvoering. Strautmann-importeur Zonna (Beilen), demonstreerde er met de LBF 740 opraapdoseerwagen. Deze was uitgerust met 9 messen, 2 loswalsen en een dwarsafvoerband.
In 1973 waren Strautmann en Pöttinger de eerste fabrikanten die een opraapdoseerwagen met 2 loswalsen introduceerden. In tegenstelling tot de Pöttinger, die was uitgerust met een snijinrichting met 31 messen, had de Strautmann slechts 9 messen. De Pöttinger had een invoersysteem met drie rijen gestuurde tanden wat voor een zeer regelmatige invoer zorgde met een hoge laadcapaciteit. Het stuwmechanisme van de Strautmann LBF 740 was een eendelige gestuurde toevoerhark welke destijds door de meeste fabrikanten werd toegepast. Door de piekbelasting in de aandrijving is de belasting van de aandrijving bij dit systeem onregelmatig waardoor het oprapen van het product niet vloeiend verloopt. De LBF 740 was met een prijs van ongeveer 6.500 euro dan weer ruim 1.750 euro goedkoper dan de Pöttinger.
Officieel werd de LBF 740 voorgesteld tijdens de Landbouw Rai van januari 1974 en tijdens de Internationale Week van de Landbouw te Brussel in februari 1974.
Ijzersterk trio
Bijna gelijktijdig met de enorme uitbreiding van het areaal snijmaïs begin de jaren 70 was er de opkomst van het inkuilen van voorgedroogd gras met de opraapwagen. De opraapwagen was toen niet nieuw en werd vanaf 1964 op diverse bedrijven succesvol ingezet bij de gras- en hooioogst. De verkoop boomde en in 1970 waren naar schatting in Nederland meer dan 10.000 opraapwagens in gebruik. Niet minder dan 21 merken waren aanwezig, waarvan het merendeel van de opraapwagens uit Duitsland werd geïmporteerd.
De combinatie voordrooggras, rijkuil en afdekplastic verdrong in korte tijd vrijwel geheel de klassieke hooiwinning. Het was dan ook een ijzersterke combinatie die zowel arbeidstechnisch als kuiltechnisch vele voordelen biedt. Het werk kon goed worden gemechaniseerd, er waren geen grote investeringen nodig, het weerrisico was beperkt en het percentage geslaagde kuilen was hoog. Toch was het verdelen van het gras met de klassieke opraapwagen geen sinecure en vroeg toch nog heel wat handenarbeid. Vooral het verdelen van het voorgedroogd gras moest met de nodige zorg gebeuren om broei te voorkomen. De opraapdoseerwagen bracht uitkomst omdat hij met een relatief groot aantal messen was uitgerust. Daardoor was het mogelijk met behulp van 2 of 3 loswalsen het product mooi verdeeld op de kuil te brengen, zodat verdelen in handwerk niet meer nodig was. Het nawerk beperkte zich dan tot goed vastrijden. De opraapdoseerwagen voorzag duidelijk in een behoefte, waren in 1973 enkel de Pöttinger en de Strautmann beschikbaar, in 1974 hadden fabrikanten zoals Krone (SW 5000), Mengele (LAW350), Miedema (LT 25) en Hagedorn (type LD) een opraapdoseerwagen in hun productieprogramma opgenomen.
Dubbeldoelwagen
De Strautmann LBF 740 was een verdere ontwikkeling van de toen reeds gekende en ook beproefde LBF 310. De LBF 740 was echter uitgerust met 2 verdeelwalsen, een volledig gesloten zijwand en met 9 snijmessen. Hierdoor gebeurde het verdelen van het product over de kuil niet alleen sneller maar vooral veel gelijknamiger zodat er meer tijd was voor het goed aanrijden van de kuil. Doordat de wagen was voorzien van gesloten zijwanden, twee verdeelwalsen met achterklep, was de LBF 740 ook geschikt om in het naseizoen ook als silagewagen te worden gebruikt. De pick-up werd afgenomen en het invoerkanaal afgedicht. Men verkreeg een silagewagen met een ruime bodemvrijheid waarmee gehakselde snijmaïs rijdend over de kuil kon worden gedoseerd. Hierdoor kan men stellen dat de LBF 740 een dubbeldoelwagen avant la lettre was.
Strautmann lonkte met de LBF 740 niet alleen naar loonwerkers maar ook naar de melkveehouders. De LBF 740 had een losband achteraan waarmee links of rechts kon worden gelost. Hierdoor kon de doseerwagen ook worden ingezet bij melkveehouders die zomerstalvoedering toepasten, een systeem dat toen sterk in opgang was. Met de loswalsen en de dwarsafvoerband kon het voer rechtstreeks zonder handwerk voor de koeien worden gebracht.
LBF 740 L
In het voorjaar van 1976 werd naast de bekende LBF 740, met een inhoud van 24 m³, het nieuwe type LBF 740 L geïntroduceerd. Deze was een meter langer en kreeg ook een wat andere vorm. Hierdoor bedroeg de inhoud 32 m³. De standaarduitvoering bestond onder andere uit een complete opbouw, een doseerinrichting met 2 verdeelwalsen, een uitschakelkoppeling voor de bodemketting, 9 snijmessen, een kortgewasplaat voor de pick-up, groothoekaftakas en 13 x 16 banden. Als extra uitvoering was een tandemas met 10 x 15 of 11.5 x 15 banden leverbaar.
Vitale onderdelen zoals het opvoermechanisme en de snijinrichting werden echter niet aangepast. Strautmann bleef de eendelige, gestuurde toevoerhark inbouwen. Deze bestond uit twee grote aangedreven tandwielen met daartussen een sterk excentrisch geplaatste as met stuwstangen. De concurrentie koos daarentegen voor systemen met 3 of 6 meenemers die zorgden voor een vrij regelmatige belasting met een hoge laadcapaciteit.
Het was wachten voor Strautmann-dealers en importeurs tot 1979. Toen werd een nieuw rotorinvoersysteem op de markt gebracht met maximaal 19 messen die in V-vorm waren opgesteld, goed voor een theoretische snijlengte van 5 cm. De wagens die de typeaanduiding LBF 312 en LBF 800 meekregen waren voorzien van een invoer van circa 1 meter breed en hadden aan weerszijden één groot tandwiel met aan de omtrek op onderling gelijke afstanden drie rijen meenemers, wat gunstig was voor een regelmatige invoer en een hoge capaciteit. De LBF 312 was een opraapsnijwagen met snellosinrichting van 27 m³ en de LBF 800 een opraapdoseerwagen van 24 m³.
De firma Zonna is in Nederland nog altijd Strautmann-importeur. In België is de firma Joskin sinds 1981 het aanspreekpunt voor het ganse Strautmann-gamma.
Tekst: Jan Ebinger Beeld: Landbouwenmachines & fabrikant4