“Met verschillende kleine details snoeien in transportkost.”
Met Olivier Eylenbosch uit Brussegem zetten we het jaar goed in. De jonge ondernemer maakte de school af en ging mest injecteren. Achttien jaar later is het bedrijf een begrip in de streek en breidde het lijstje werkzaamheden uit. Hopelijk wordt 2015 minstens even vruchtbaar dan het vorige. De seizoenen waren makkelijk en er kwamen heel wat nieuwe machines.
Loonwerk niet de bedoeling
Melkveehouder Emiel Eylenbosch tikte in 1996 een occasie Odin-ton op de kop, zo’n vierkant geval van tien kuub met injecteur van drie meter. Bedoeling was dat zoon Olivier, die naar de tuinbouwschool in het dorp ging, bij thuiskomst hun eigen mest kon injecteren. Het duurde niet lang of de buren trokken aan de mouw van de jonge knaap om ook bij hen te mesten. Een jaar later toen Eylenbosch afstudeerde, begint hij prompt zijn eigen zaak. Hij kocht een nieuwe JCB Fastrac met tandem van 16 m³. Varkensmest uit de Vlaanders zette hij af bij klanten in zijn streek. Voor het opvullen van de zomermaanden schafte de loonwerker in ’99 de eerste Krone Combipack in België aan. Omdat de pers maar één wikkelarm had moest hij tevreden zijn met een rendement van 150 balen per dag. Olivier kocht eveneens een kieper voor het vervoer van stalmest. Op het chassis paste ook een aalton die later aangekocht werd. Elk jaar kwam er iets bij en groeide het bedrijf. De loonwerker kwam tot het besef dat hij beter mechanica gekozen had op school. In het begin stond hij vaak bij de dealer.
Grondverzet over hoogtepunt
Het initiatief grondverzet komt er in 2004. “Ik kocht drie tandems en een drie-asser. Het jaar was gevuld en de komst van personeel was verantwoord”, legt de zaakvoerder uit. “Het eerste jaar hebben we onze boterham goed verdiend, maar vanaf toen ging het bergaf in de sector. De dag van vandaag hebben we slechts één grondkar die rijdt aan een correcte prijs. Voor 2015 heb ik 1.600 Euro verkeersbelasting en eurovignet betaald. Als het niet betert is dit de laatste keer geweest.”
Gekozen voor zekerheid
Met de aankoop van een Veenhuis-combiwagen in 2008 tastte Eylenbosch de markt af voor het inkuilen van gras. Een schot in de roos zo bleek. Een jaar later werd de kar vervangen door een Schuitemaker en kwam er een occasie FX50-hakselaar. Verschillende koeboeren waar de loonwerker mest reed gaven hem de kans te komen hakselen. Verder wilde hij zich verzekeren van werk in het najaar. Voordien vervoerde hij heel wat aardappelen en korrelmaïs voor andere loonwerkers. Toen Olivier zag dat zijn collega’s één voor één zelf transport aankochten, ondernam hij zelf actie. “Ik heb lang getwijfeld tussen dorsen en hakselen, maar de voorliefde voor het kneuzen heeft het gehaald.” Met de FX kende hij pech, daarom kwam er in 2010 een nieuwe JD 7450.
JCB top in transport
Aangezien het bedrijf heel wat tijd op de baan doorbrengt heeft het nood aan een geschikte transporttrekker. Met JCB denkt Olivier die in huis te hebben. Hij heeft twee 3230 van 230 pk die een boost krijgen van 40 pk als ze boven de 30 kilometer per uur gaan. “Het gewicht bedraagt 7,5 ton. Twee ton lichter dan andere in zijn klasse en dus twee kuub drijfmest meer per rit. Zonder frontgewichten is hij stabiel en vinnig op de baan. Bovendien beschikt hij over ABS. Het verbruik is acceptabel, alleen hebben we een extra reservoir aangebracht omdat de brandstoftank aan de kleine kant is”, vindt de loonwerker. “Ook de service is goed. Als er één stuk gaat krijgen we onmiddellijk een vervangtrekker van de dealer. De JCB’s zijn duur in aankoop en tweedehands niet erg gegeerd. We gaan dus rijden tot ze op zijn.” De loonwerker heeft nog een zware JCB 8250 van dertien ton.
T7-serie bevalt
Vorig jaar ruilde de firma drie Fendten voor evenveel New Hollands. Olivier had veel goeds gehoord over de 7000-serie. Toen hij een demotrekker mocht gebruiken waren hij en zijn chauffeurs overtuigd. Alle drie zijn ze uitgerust met Trimble-GPS. De machinisten kunnen alles volgen op één terminal, want de Joskin-tonnen en maïsplanter zijn isobus aangestuurd. Voor Eylenbosch zijn de gunstige financierings- en garantievoorwaarden extra troeven. Na één seizoen gebold te hebben zijn de ervaringen steeds positief. Geen pannes en onderhoudsvriendelijk aangezien ze alleen maar boite– en motorolie nodig hebben. Het bedrijf heeft één zware Fendt 930 die ze gebruiken aan de 5,5 meter brede Steeno-cultivator en opraapwagen.
Lees meer over deze Loonwerker in Beeld in het januari-nummer van De Loonwerker.