Net zoals bij alle loonwerkers is het ook bij loonbedrijf Baeyens een zot drukke maand. De broers Walter en Frank zetten zowel voor het hakselen als het dorsen van maïs twee oogstmachines in. “Het seizoen waar we allemaal om staan te roepen en uiteindelijk weer blij zijn dat het gedaan is”, zegt Frank. “Hopelijk blijft het droog, want ploeteren in het slijk kost sowieso weer extra tijd en geld.”
Einde coöperatie, begin voor Frans
Frans Baeyens uit Kasterlee werkte einde jaren ’50 voor een lokale coöperatieve. Landbouwers hadden daar samen een gemeenschappelijke trekker gekocht waar Frans het veldwerk mee deed voor hen. Maar toen het ding versleten was en elke boer zijn eigen gemotoriseerd trekpaard kocht betekende dat het einde van de samenwerking. In 1962 kocht Baeyens zijn eerste Hanomag en voerde hij de typische boerenwerkzaamheden uit. Niet veel later maaide en hakselde hij gras in één werkgang met een getrokken Taarup. Ook maïs werd ermee geoogst nadat ze hem eerst plat welden. Als je toen één hectare moest hakselen was je een grote boer.
Zijn eerste Ford 5000 kocht Frans voor € 5.000. “Nu betaal je 20 keer meer, alleen spijtig dat de tarieven niet mee evolueerde
in de grootteorde.” Frans had heel wat werk in de Roerdompstraat waar nu grote landbouwbedrijven en ook Bobbejaanland gelegen zijn. Daar werd een lagergelegen gebied ontgonnen. De loonwerker werd er ingeschakeld om te schijfeggen, ploegen en grond te verzetten met de bandenkraan. De eerste zelfrijdende kneuzer bij Baeyens kwam er in 1971. Verschillende merken passeerden de revue, maar uiteindelijk zijn ze bij John Deere gebleven.
U kan meer over deze loonwerker lezen in De Loonwerker van oktober!