“Oplossing gezocht om efficiënter te werken over lange afstand.”
En we zijn vertrokken, het startschot voor het mestseizoen anno 2016 is gegeven. Overal waar de putten vol staan gaat Van Loco enkele vrachten injecteren. Bovendien heeft Tom zijn handen vol met het vervangen van pampers van zijn kleine spruit die begin februari geboren is. Het zal er niet rustiger op worden, eenmaal het weer een beetje deftig is, valt het niet meer stil bij de loonwerker.
Vers bloed zorgt voor schwung
Het is boerenzoon Frans Van Loco die samen met zijn vader Louis de loonwerken aanving in 1972. Thuis molken ze acht koeien, dus was er ruimte om te persen en te mesten bij de buren. Ze kochten reeds snel een kraantje waarmee ze gingen karweien. De toon was gezet, het bedrijf maakte naam in de grond- en agrarische loonwerken. Via het DNA gaven Frans en Lief de ‘microbe’ door aan Tom en Jo. Om de leegte in de zomer op te vangen, zette Frans een strohandeltje op poten. De twaalfjarige Tom perste het stro, Jo laadde de wagens en Frans reed op en af naar Wallonië met de vrachtwagen of tractor. Op zijn zestiende ging Jo deeltijds naar school en ging hij een leercontract aan bij de Case- en Claasdealer. Jo nam de tractor en reed van Kasterlee naar Hoogstraten. Ook Tom bleef thuis na zijn schoolcarrière. Hij belandde voor de komende tien jaar op de kraan tot hij werkplanner werd. “Ik heb altijd graag met de kraan gedraaid. Wij hadden bij de eerste hier in de streek een GPS op onze kraan. Via een geheugenkaart lazen we het plan van de opdrachtgever in zodat we blindelings wisten waar we moesten graven.” Hun innovativiteit werd beloond, ze evolueerden van één naar vier kranen. Jo en Tom namen de zaak over en richtten een eigen bvba op in 2007.
Slimme overname
In 2010 doen de Van Loco’s een meesterzet door loonbedrijf Camp Agro uit Dessel over te nemen. Tom en Jo kregen hun werk amper gedaan en huurden het bedrijf reeds eerder in. Door de overname kwamen extra machines en chauffeurs in het bedrijf waardoor de capaciteit omhoog kon. Plots werd TJ Van Loco in de aardappelwereld gedropt en deed Fendt zijn intrede. “Zelf zijn we Case-gezind, maar Fendt is ook niet slecht”, lacht Jo. “Toch zullen de rode steeds de bovenhand halen. Momenteel is de stand 6 – 5 maar het paradepaardje is wel een Duitse 933.” Voor aan de maïskarren mikken ze op een vermogen van 200 pk; vanaf dat in de grond gewerkt wordt komen daar 50 paarden bij. In Kasterlee zien ze de trekkers graag ingewisseld om en bij de 12.000 uren. “Onze machinisten hebben elk hun eigen werkpaard. En dat zie je ook, het materieel wordt goed verzorgd.” Voor het onderhoud hebben ze sinds kort een fulltime mekanieker in dienst. Bedoeling is dat hij mettertijd het beheer en organisatie van de werkplaats in handen krijgt. Voor het grondverzet werkt de firma met één merk, Hitachi. Van de wiellader, banden- en rupskraan hebben ze elk twee in huis.
Bonnensysteem
Eigen aan het bedrijf is het bonnensysteem. Na elke klus tekent de klant een werkbon af met een detail over de geleverde prestaties. “Dan weten ze exact wat op het factuur zal komen te staan en is geen verwarring mogelijk over het tijdstip of het aantal eenheden bewaarmiddel”, vertellen de broers. Onze klanten appreciëren deze werkwijze.” Om dubbele boekingen te vermijden zorgde Van Loco voor synchronisatie van hun agenda’s. Momenteel hebben ze drie tablets en één vaste computer waar het programma op staat. Tom, Jo en één van de chauffeurs volgen alles mee op de voet. Ze kunnen aanpassingen of aanvullingen doen zodat Tom alles mee kan opnemen als hij de planning uitzet.
Dialoog aan de pomp
Ondertussen is het mestseizoen gestart. De loonwerker injecteert zowel gras- als bouwland met twee Schuitemakers Robusta van 13 kuub. Beide tonnen zijn voorzien van een uitschuifbare as waardoor de bodemdruk beperkt is. Net zoals over het werkbeeld zijn Tom en Jo ook tevreden over de capaciteit. Op het gras gaan ze te werk met 8,7 meter brede Schuitemaker-injecteurs, op akkerland zijn dat Joskins van 5,4 meter. Zolang deze tanks niet versleten zijn wordt niet gedacht aan een zelfrijder.
Ook de grote mesttanks gaan een drukke tijd tegemoet. Ze hebben twee Peecon’s waarvan één cargo en één haakarmsysteem. Met de cargo van 22 m³ kan tevens bouwland geïnjecteerd worden. Vorig jaar kwam er een Joskin tank van 24 m³ en heel recent werd in een tweede geïnvesteerd. “’s Avonds horen we de chauffeurs regelmatig vragen aan elkaar hoeveel kuubs ze gereden hebben en hoeveel liters ze getankt hebben. Leuk dat ze daarmee bezig zijn. Bij het vullen van de mazouttank geven ze de nummerplaat en de urenstand van de machine waarmee ze werkten door zodat we een leerrijk overzicht krijgen.”
“Rollen van het één in het ander”
Voor het poten van aardappelen gebruiken ze in Kasterlee twee Miedema-planters. Eén van de twee trekkers is uitgerust met GPS. Meestal werken ze samen op één perceel en volgt de andere in het kielzog. Eenmaal deze activiteit achter de rug is begint het maïs planten. TJ Van Loco heeft twee Amazone’s, één Becker en één Gaspardo 8-rijer. Alle combinaties staan op cultuurbanden. Met twee gedragen Amazone’s wordt een groot deel ook gespoten.
En alsof het niet druk genoeg is moet ook de eerste snede gras de kuil in. Met twee tripplemaaiers hebben ze daar snel wat gemaaid in de Kempen. Ze hebben recentelijk een Kuhn bijgekocht om de Claas bij te springen. Tom en Jo wilden het verschil tussen beide merken meten. Met drie Jaguars 960 hebben de broers capaciteit in huis. “Drie dezelfde hakselaars is makkelijk naar onderhoud en het bestellen van wisselstukken toe. Bovendien is de bediening identiek”, klinkt het logisch. In 2012 had Tom een ongeluk tijdens de oogst en verloor hij zijn rechterhand. Echt tijd om daarover na te denken had hij niet met dank aan voorjaarsdrukte. Tien dagen later zat hij alweer op de maaier. Dankzij hun dealer heeft één van de Jaguars nu een tweede bedieningspaneel aan de linkerkant zodat Tom alsnog kan hakselen. Als de Claas-dubbeldoelwagen niet moet oprapen, gaat hij mee met de hakseltrein. Verder heeft Van Loco twee Kuhn-grootpakpersen die achtervolgd worden door een McHale-wikkelaar. Ook de perswikkelcombinatie is van diezelfde fabrikant.
“Afstand speelt geen rol meer”
Van Loco zit in een regio waar intensief geboerd wordt. Veel landbouwers moeten het noodgedwongen elders gaan zoeken voor het kweken van ruwvoeder. Regelmatig was de loonwerker met tien wagens maïs onderweg bij één hakselaar. Dat kon efficiënter dachten Tom en Jo. Twee jaar geleden schaften de broers twee Dezeure-hooglossers aan, een 2- en een 3-asser. “Twee 3-assers had makkelijker geweest, dan was de vrachtwagen in twee vrachten vol”, geven ze toe. “Maar de portemonnee zei nee tegen een derde as.” Nu zijn de tien karren vervangen door twee Dezeures en vier walking floor opleggers van 90 m³. Deze derde ploeg hakselt zo’n 60 % op die wijze en dat cijfer vermeerdert elk jaar. De hooglossers zijn uitgerust met tractie waardoor niet met halve vrachten gereden wordt. Ook als de andere karren moeilijkheden hebben, wordt overgeladen. Twee Record-silagewagens hebben die hulp uiteraard niet nodig. De drie kneuzers zijn voorzien van een 8-rijer. Zo zitten ze steeds in het spoor van de planter waardoor ze sowieso verder rijden als het nat is. Het bandendrukwisselsysteem is eveneens een optie waar ze veel plezier aan beleven.
Oogsten op rupsen
Zowel de aardappelen als de korrelmaïs worden op rupsen van het land gehaald. De Dewulf-Kwatro rooit uitsluitend bewaaraardappelen. Van het transport krijgt de werkplanner af en toe lichte stress, voor hem is het makkelijker dat de landbouwer de aardappelen zelf inschuurt. Van de korrelmaïs die ze oogsten met een Lexion 570 Terra Trac en Lexion 630, vermalen ze 90 % tot CCM. Daarvoor gebruikt de firma twee Dewa’s van 600 pk.
Bij TJ Van Loco willen ze duidelijk succes oogsten. Ze deinzen niet terug om hard en veel te werken. Ze hebben een ploeg gemotiveerde chauffeurs die de baan op gaan met moderne en betrouwbare machines. De broers zijn trots en lijken op de goede weg om hun droom waar te maken.
After-Maïs Party aan De Melkautomaat
Terwijl Tom geniet van de rust samen met zijn gezin zet Jo de bloemetjes buiten. Hij is één van de drie breinen achter de ‘After-Maïs Party aan De Melkautomaat’. Eigenlijk wilden de mannen gewoon een pintje drinken aan de melkautomaat na het maïsseizoen. Een onschuldig bericht op Facebook ging zijn eigen leven leiden en het bescheiden feestje lokte zo’n 1.500 fuifbeesten. Voor de versie van dit jaar wordt de tent nog groter verklappen de organisatoren. Dat belooft!
Wilt u op de hoogte blijven van wat er omgaat in de wereld van loonwerk en landbouwmechanisatie? Neem dan snel een abonnement op De Loonwerker!
Tekst & Beeld: Tom Govaerts