Met de oranje metallic kleur valt loonwerker Rene Monster uit het Noord-Hollandse Cruquius op bij het werk in het groen. De Valtra N155 ED ecopower is de nieuwste aanwinst binnen het machinepark. Ondanks dat de Finse fabrikant de ‘huiskleur’ van Monster niet meer levert, heeft de loonwerker de trekker door landbouwmechanisatiebedrijf Van der Sluis bv uit Dirkshorn toch weer met diepglanzende candy-orange metallic lak laten bespuiten. Het zijn echter de eigenschappen waarmee Valtra zich bij het grootschalig groenonderhoud onderscheid. “Geen enkel ander merk kan dit.”
Zelf ontwikkelde arm werkt perfect voor klepelen, kantjes maaien, bordenwassen en heggenknippen
Het is echter niet alleen de trekker die opvallend is. De arm waarmee hij al het werk uitvoert zit namelijk voorop en ook dat geeft een niet alledaags aanzicht. “Die gaat straks voor de nieuwe Valtra zijn vijfde of zesde leven tegemoet”, lacht Monster. Hij heeft de arm zelf ontwikkeld, zodat die precies aan zijn wensen voldoet. “Met het klepelen, kantjes maaien, bordenwassen, heggenknippen werkt het voor mij perfect. Ik heb sinds 1999 altijd zo gewerkt.”
Door de arm aan de voorkant van de trekker te situeren is volgens Monster het bereik groter en het maakt hem ook flexibeler in stedelijk gebied. “Ik kan aan twee kanten werken, wat niet kan als je de arm aan de zijkant hebt. Ik werk bovendien vaak in krappe ruimtes, waarbij de lengte niet veel uitmaakt, maar de breedte van de trekker wel. Neem bijvoorbeeld het heggenknippen in de stad. Met de arm voorop kan ik gewoon in een parkeervak werken, terwijl met een arm aan de zijkant je te breed bent.”
Een echte polderpionier
Waar de trekker via Van der Sluis bv komt, voert Monster de aanpassingen zoveel mogelijk zelf uit. “Het uitdenken en lassen vind ik ook leuk. Dat zit ook in de familie. Mijn opa, die ooit (1953) het loonbedrijf is begonnen, was een ware polderpionier. Hij kwam hier net na de oorlog als loonwerker in de Haarlemmermeerpolder. Hij moest alles zelf uitdokteren.
Zowel mijn opa als mijn vader werkten veel voor de boeren in de Haarlemmermeer. Door de groei van Schiphol, de aanleg van recreatieterreinen en staduitbreiding bleven er steeds minder boeren over en nam dus ook het werk in de landbouw af en is de focus meer op het groenonderhoud komen te liggen. Ik heb zelf een achtergrond in de elektrotechniek en heb een aantal jaren bij een mechanisatiebedrijf gewerkt. In die tijd heb ik veel opgestoken. Neem de besturing met de joystick in de trekker. Die heb ik zelf gemaakt.”
‘Groenonderhoud wordt te veel al sluitpost gezien’
Als éénmansbedrijf heeft Rene Monster zich nu volledig gespecialiseerd in het groenonderhoud. Het gaat om werk op bedrijventerreinen, wegen, bermen en openbaar groen. Tot twee jaar geleden zaaide hij ook nog bieten, maar die machine heeft hij aan de klant verkocht waar hij de laatste hectares deed. “Het enige agrarische werk is nog wat slootkanten maaien en maaikorven langs akkerbouwpercelen”, vertelt hij. In drukke tijden wordt de Noord-Hollandse loonwerker ondersteund door zzp’ers en met regelmaat kruipt zijn oom in de cabine van een midigraver.
Monster heeft al het nodige materieel. Klepelbakken, maaibalken, cirkelzaag, heggenscharen, hagensnoeiers, verkeersbordenwassers, bladblazers en afzuigers. Onkruid bestrijden kan hij met borstels, chemisch of thermisch (met kokend water) en in de winter bestrijdt hij gladheid met een zelfgebouwde pekelspuit.
“Als er moet worden bezuinigd dan is dit vaak het eerste waar in wordt gesneden.”
Werk is er voldoende, al wordt groenonderhoud in zijn ogen wel te veel als sluitpost gezien. “Als er moet worden bezuinigd dan is dit vaak het eerste waar in wordt gesneden. Een knipronde minder, niet meer maaien. Dat is wel lastig. Aan de andere kant doe ik momenteel veel werk voor Tata Steel in IJmuiden. Daar ben ik in 1999 begonnen en het werk kwam aanvankelijk met horten en stoten. Nu het bedrijf onder het vergrootglas ligt, moet alles er knap en schoon bij liggen. Dat levert mij extra werk op.”
Minder uitstoot, herrie en een lager brandstofverbruik door Valtra
De eerste Valtra kwam een aantal jaren geleden vanwege de Euro-motor. Gezien de eisen om emissies te beperken, is er nu een Stage V-machine gekomen. “Het gebruik van blauwe diesel en hernieuwbare brandstof is in veel bestekken een eis of je kunt er extra punten mee verdienen bij het toekennen van werk. In de afweging voor de aanschaf van de nieuwe Valtra weegt dat mee.”
“Hierin is Valtra echt onderscheidend en laten ze zien dat men in Finland best vooruitstrevend zijn.”
Met een druk op de knop kan Monster kiezen tussen EcoPower, waardoor brandstof wordt bespaard en het milieu wordt ontzien. EcoPower vermindert het maximale motortoerental van 2200 tot 1900 toeren terwijl het koppel met ongeveer 100 Nm toeneemt. “Minder uitstoot, herrie en een lager brandstofverbruik. Hierin is Valtra echt onderscheidend en laten ze zien dat men in Finland best vooruitstrevend zijn. Het merk is de laatste tijd behoorlijk aan de weg aan het timmeren, maar toch is het nog enigszins een buitenbeentje in trekkerland. Overigens draaien er wel veel Valtra-trekkers in de bosbouw.”
Valtra onderscheidt zich door vele fabriekopties
De vele fabrieksopties zijn wat Monster betreft een enorme pre. “Geen merk heeft dat zo goed voor elkaar.” Een optie die de loonwerker benut is de 200 liter 210 bar loadsensing hydrauliekpomp. “Vrijwel al mijn machines werken hydraulisch. Ik gebruik de trekkerhydrauliek voor de bediening van de gieken. Deze pomp levert ook bij weinig toeren ruim voldoende opbrengst. “Zo kan ik klepelen met maar 1400 motortoeren en volstaat voor het overige werk slechts 1150 motortoeren. Dat scheelt decibels en brandstof.”
De arm is oorspronkelijk een Mulag-Gödde van 6,5 meter. Monster heeft er een subframe voor ontwikkeld, die op de voorladeraanbouwdelen en vooras steunt. Hierdoor zit er geen frame onder te trekker, wat weer meer bodemvrijheid geeft. De arm is voorzien van snelkoppelingen zodat koppelstukken zoals drie verschillende klepelbakken, heggenscharen, cirkelzagen, bordenwassers, varkenruggentjesmaaiers en bomenknippers in vijftien tot dertig minuten gekoppeld zijn. De arm bedient Monster vanuit de cabine met zijn eigen ontwikkelde joystick. Het gemiddelde vermogen van 155 pk van de viercilindertrekker is voor Monster meer dan voldoende.
Nek- en rugklachten voorkomen met TwinTrac-terugrijinrichting op Valtra N155 ED
De TwinTrac-terugrijinrichting is een optie waar Monster ook voor gekozen heeft. Het geeft goed zicht en controle over het werktuig aan de achterkant en het achteruitrijden verbetert de ergonomie. Van de grote ‘cabine’ profiteert de Noord-Hollandse loonwerker optimaal. “Het dakraam dat aan de voorkant doorloopt, is ideaal voor bijvoorbeeld het knippen van hoge heggen.” De stoel in de cabine kan vele kanten opdraaien. “Als ik overdwars zit bij het slootkantjes maaien, houd ik goed zicht op het werk. Door de veelzijdigheid van het werk dat ik doe, liggen nek- en rugklachten op de loer. Met deze stoel voorkom je dit.”
Hét vakblad voor de agrarische loonwerker
Ook de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat?
Vakblad de Loonwerker behandelt vaktechniek, gebruikerservaringen en visies van fabrikanten en collega’s in terugkerende rubrieken zoals ‘Machine in de kijker’ en ‘Loonwerker in beeld’. Het beschrijft de laatste ontwikkelingen in trends van de sector waarmee het een onmisbaar vakblad is voor de agrarische loonwerker.
Shop direct een jaarabonnement of bekijk alle mogelijkheden via de webshop.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Rene Monster