“De consument verwacht steeds meer van de agrarische sector”
De vierde editie van het grootse landbouwevenement en buitenbeurs AgroTechniek Holland staat in de startblokken. Bierema is blij dat ondanks de barre tijden in de landbouwsector de organisatie toch weer een mooie show kan laten zien en een groot aantal nieuwkomers kan verwelkomen.
Op het 180.000 m2 grote terrein zijn naast de stands met de 500 merken ook demonstraties bietentechniek en een trekkerparcours voor het testrijden op de nieuwste trekkermodellen te zien. Nieuw dit jaar is het levende vee bij de verkiezing “Beste boerenkoe” en het Jaar van het kalf. Verder komt er ook nog een “Zo Goed Als Nieuw Paviljoen” voor gebruikte machines en een heftruckarena. We zochten Bierema op in zijn kantoor in Zwolle en praatten uitgebreid met hem.
-In de afgelopen editie van De Loonwerker was in een interview met de beursorganisator van Agribex Brussel te lezen dat Nederland al geruime tijd geen nationale beurs meer heeft. Wat vindt u ervan dat er zo over wordt gedacht?
“Wanneer je denkt dat een Nationale Beurs indoor moet worden gehouden, begrijp ik hem. Maar in 2009 heeft branchevereniging Fedecom (ontstaan uit een fusie van Federatie AgroTechniek en COM) afgesproken dat ze dat niet meer willen. Toen is gekozen voor een Nationale merkenshow voor de agrosector in de buitenlucht. Bezoekers hebben daar meer bewegingsvrijheid en de machines kunnen ook ‘werkend’ getoond worden. Dit gebeurt op het demoterrein, vaardigheids- en trekkerbehendigheidsparcours.”
-Een aantal bedrijven zoals John Deere, Farmstore, Kongskilde hebben aangegeven niet naar de beurs te komen. Tevens komt de Mechan groep in afgeslankte vorm. De argumenten zijn; te duur, verkeerd moment (namelijk oogstperiode aardappelen). Wat vindt u van deze kritiek?
“Het feit dat je lid bent van Fedecom wil niet zeggen dat je verplicht moet deelnemen aan AgroTechniek Holland. Maar; we vinden het wel jammer wanneer een fabrikant of importeur besluit niet te komen en zijn collega’s en de sector schade berokkent. Want je kunt wel in afgeslankte vorm komen zoals de Mechan groep dat doet. In deze tijden passen ‘gouden kranen’ en ‘grote paleizen’ niet. Sterker nog, dat zal een bezoeker alleen maar verbazen. Wanneer de stand soberder wordt aangekleed, snapt iedereen dat.”
-Het zijn zware tijden in de melkveesector i.v.m. lage melkprijzen. Het gevolg is dat verkopers van landbouwmachines alles uit de kast moeten halen om de verkopersaantallen te behalen. Komt u ze ook tegemoet?
“Nou, ik kan je vertellen dat we groter uitpakken dan ooit. Voor het eerst hebben wij dit jaar een “Zo Goed Als Nieuw Paviljoen” voor gebruikte machines jonger dan 10 jaar georganiseerd voor dealerbedrijven. Omdat ook vaak dealers aanwezig zijn op de beurs is het een kans voor hen om de verkoopcijfers te verhogen en gebruikte machines te tonen. Gebruikte machines afkomstig van de eerste eigenaar worden op het veld neergezet. Een dealer mag in totaal vier machines showen, namelijk een tweetal trekkers, twee zelfrijders en/of twee getrokken voertuigen. Een veiling van een demo-trekker of oud ijzer wordt het niet.”
“Het is belangrijk dat je als beursorganisatie inspeelt op de behoeften van de leden en bezoekers.”
-Vertelt u eens over nieuwe ontwikkelingen op de beurs, zoals levende dieren?
“Ja, dat klopt. De verkiezing ‘Beste boerenkoe’ komt. Dat is niet de topsporter die duizenden liters melk geeft. Nee, het is de koe die niet vaak ziek is, minder medicijnen nodig heeft en een taaie rakker die lang meegaat. Misschien wel de koe die 4 jaar langer leeft dan de topsporter. Aan de gezonde koe willen wij op de tweede beursdag aandacht besteden. Tevens zullen wij seminars over dierverzorging (dairy trainingcenter) organiseren. Ook belichten wij de kalveropfok en besteden hier aandacht aan. Ieder melkveehouder investeert 1500 euro in een kalf voordat deze melk gaat geven. Dat willen wij belichten in een iets andere insteek zodat de veehouder minder kosten maakt bij opfok of meer omzet door productiever melkvee.”
-Wat gaat er gebeuren met smart farming?
“Kijk: of je het nu wilt of niet, maar de techniek van tegenwoordig maakt het mogelijk om via allerlei sensoren en meettechnieken perceelgegevens in kaart te brengen. Vervolgens kunnen deze data omgezet worden in taakkaarten. Het is een handige tool om de opbrengst te verhogen en kosten van benodigde chemicaliën te verlagen. Tegenwoordig is het niet meer nodig om alles volvelds te doen. Sterker nog, een zaaimachine die ca. 80.000 zaadjes per ha nodig heeft, weet precies waar de coördinaten zijn. Wanneer je dat weet, is het eenvoudig strooien en kun je op zaadniveau sturen. In de toekomst komen er zelfrijdende voertuigen die niet 8 tot 10 uur per dag werken, maar 24 uur per dag inzetbaar zijn. De milieuwinst die hierdoor behaald kan worden is nog vele malen groter dan de andere voordelen. Deze verduurzaming van veilige voedselproductie is van maatschappelijk belang en biedt goede en gezonde perspectieven. De consument verlangt steeds meer van de agrarische sector. De sector stond bij de burger bekend als subsidievreter en mestverspreider. Op het gebied van imago is dat al meer gekanteld — mede door t.v.-programma’s als ‘Boer zoekt vrouw’ — naar een sector die refereert aan goede gezondheid, onthaasting en rust. Omdat productschappen (b.v. PPO) er niet meer zijn en het ministerie van Landbouw en Visserij bij het ministerie van Economische Zaken is ingeschoven, moet de sector gezamenlijk de handen ineen slaan om deze meer te promoten op het gebied van voeding en technieken. De sector is relatief vaak negatief in het nieuws. Denk aan de crisis in de varkenshouderij, vogelpest in de pluimveehouderij etc.”
-Via youtube, instagram, facebook en internet kunnen geïnteresseerden al veel informatie over machines vinden. Wat voegt een bezoek aan AgroTechniek Holland dan nog toe?
“Het internet heeft de afgelopen 15 jaar een enorme invloed gehad op medialand. Het is een krachtig instrument geworden om een boodschap over de bühne te brengen. Waar wij aan werken is persoonlijke communicatie zoals seminars op één dag combineren met online en een bezoek aan standhouders. En dit format zien we als middel om in contact te komen met geïnteresseerden. Wat verkocht wordt zijn machines die afgezien van de kleur elkaar niet zoveel aan ‘ins en outs’ ontlopen. Het gaat de gebruikers om de service, en garantie. Dat zijn cruciale zaken als het gaat om het maken van een aankoopbeslissing. Net als in de automobielsector worden ‘ownership’ en/of ‘usership’ belangrijk. Wat kost een machine de boer per uur / ha. Dat wil je weten. Op de beurs vind je het totale merkenaanbod en met de communicatie met internet heb je een goed beeld wat er verkrijgbaar is. En vergeet het sociale karakter van de beurs ook niet, dat is heel belangrijk en onvervangbaar door social media.”
-De beurs GroenTechniek wordt ook tweejaarlijks georganiseerd. Waarom organiseren jullie dit niet gezamenlijk met AgroTechniek Holland?
“In het verleden is een combinatie nog nooit samen georganiseerd. Maar er is enige overlap van merken (Kubota, New Holland, Massey Ferguson, John Deere), daarom sluiten wij voor de toekomst niets uit. Maar ook met beurzen die niet in eigendom zijn van Fedecom hebben we soms overlap. Na afloop van beide beurzen evalueren wij en laten ons influisteren door de twee verschillende stuurgroepen en de afdelingen veehouderij en groen- en landbouwtechniek. In de toekomst kijken kan ik niet, maar alles is in principe mogelijk.”
-Hoeveel verkiezingen worden er georganiseerd dit jaar?
“We startten in 2010 met de Bronzen Sikkel voor de meest opvallende innovatie die getoond wordt op de beurs. Vervolgens kwam de Landbouwmechanisatieprijs voor het beste mechanisatiebedrijf en in 2014 introduceerden Prosu in samenwerking met uitgeverij Rekad de Agrafiek-prijs voor de beste melkveehouder en loonwerker. Er zijn dus meerdere verkiezingen die over verschillende dagen verspreid zijn. Dat lijkt heel veel, maar het is een fractie van wat er op Agritechnica in Hannover wordt uitgereikt.”
-Vindt u niet dat er een overaanbod aan beurzen wordt georganiseerd in Nederland? Denk aan bloembollenbeurs Lisse, biologische beurs en miniaturenbeurs in Zwolle, Technische Kontaktdagen in Almere, regionale beurzen in Assen, Leeuwarden, Gorinchem, Den Bosch etc.
“Ja, het is zeker druk. Maar wij zijn een allrounder, hebben een breed portfolio en zijn geen specialist. Als allrounder trekken wij meer bezoekers dan een regionale beurs. Die scoort 100% in de regio, puur vanwege de afstand. Een dealer vindt een regionale beurs interessant omdat hij zijn klanten spreekt, maar het werkgebied van dealers wordt ook groter. Er is zeker bestaansrecht voor een ander format, zoals verticale beurzen bijvoorbeeld Potatoe Europe e.d. Als aardappelteler moet je daar naar toe. AgroTechniek Holland biedt een breed programma. Het is belangrijk dat je als beursorganisatie inspeelt op de behoeften van de leden en bezoekers. Uiteraard heb je iedere beurs te maken met deelnemers die afvallen, maar gelukkig ook met een heel stel nieuwkomers. En de lijst met deelnemers stijgt gelukkig nog steeds.”
-Veel primeurs worden op grote internationale beurzen als Agritechnica – Hannover, Sima -Parijs en Eima – Bologna bekend gemaakt. En dus niet meer in Nederland. Vindt u dat jammer?
“Soms is dat zo en dan is het jammer. Fabrikanten prefereren soms andere beurzen om een nieuwe hakselaar, trekker, landbouwveldspuit te laten zien, maar gelukkig presenteren wij ook elke editie zo’n 60 primeurs. Daar zijn we heel tevreden over, want we hebben nog maar drie edities achter de rug”.
-Steeds meer importeurs/fabrikanten organiseren hun eigen show/feestje/open dag om hun machines te laten zien. Wat vindt u van die ontwikkeling?
“Nou, daar ben ik het niet mee eens. Ik zie juist dat vanwege de hoge kosten (catering, vervoer machines, personeel) hier een kentering in zit. Kijk bijvoorbeeld naar een instituut zoals de Fendt Feldtage die dit jaar geannuleerd is.”
-Wanneer is de beurs succesvol?
“Wanneer de exposanten- en bezoekers in de enquêtes de beurs een goed rapportcijfer geven. Iedereen weet dat als gevolg van de schaalvergroting er steeds minder akkerbouwers, melkveehouders en loonwerkers zijn. Dus omdat de landbouwsector krimpt, mag je verwachten dat er in de toekomst minder bezoekers komen. Het aantal te bewerken hectares in Nederland neemt niet af, het aantal pk’s wat jaarlijks verkocht wordt, blijft hetzelfde. Alleen het aantal stuks neemt af omdat het motorvermogen en capaciteit toeneemt. Dezelfde formule kun je ook doorrekenen naar de capaciteit van de hakselaar, landbouwveldspuit enz. Voor ons is het rapportcijfer die wij van de exposanten en bezoekers krijgen belangrijk.”