Akkerbouwer Martijn van der Weele runt een biologisch akkerbouwbedrijf in Dronten. Een deel van de mechanisatie heeft hij samen met buurman Bokdam, maar hiervan was de zaaimachine aan vervanging toe. Met de hulp van dealer Tolhoek is een nieuwe zaaimachine tot een twee-in-één variant omgebouwd.
Martijn van der Weele runt een biologisch akkerbouwbedrijf van ongeveer 64 hectare bij Dronten. Voor de mechanisatie heeft hij een samenwerking met buurman Bokdam, eveneens een biologische akkerbouwer. Hun grond is een lichte kleigrond die in het verleden een keer is gediepploegd. Hierop verbouwen ze in een één op zes rotatie diverse gewassen, zoals haver, aardappelen, wortels, uien, bonen, suikermais en dat alles aangevuld met wat gras en klaver. Grofweg kun je zeggen dat ze de machines voor de gewasverzorging in gemeenschappelijke eigendom hebben.
Mechanisatie biologische teelten
In vergelijking met de gangbare landbouw vraagt de mechanisatie voor de biologische teelten wat andere techniek, aangezien er hier meer gewassen moeten zijn geschoffeld. Daarom zijn bijvoorbeeld granen en erwten op een rijafstand van 23,5 centimeter gezaaid om te kunnen schoffelen, met daartussen rijpaden van 40 centimeter. Wat Van der Weele volvelds noemt zijn gewassen als gras en groenbemesters, deze zijn op een rijafstand van ongeveer 11,75 centimeter gezaaid. Samen zaaien beide bedrijven ongeveer 45 hectare op schoffelafstand en ongeveer 150 hectare volvelds, maar dat kan per jaar verschillen, afhankelijk van het bouwplan.
De vorige zaaimachine, eveneens 4,50 meter werkbreedte, begon op leeftijd te raken en was eigenlijk aan vervanging toe, dat was een Kverneland en gezien de ervaringen met die machine is er opnieuw voor hetzelfde merk gekozen. Met name de zaaitechniek sprak de akkerbouwers erg aan. De nieuwe machine is weer een 4,50 meter brede Kverneland, de DF 1 met het CX-II zaaikouter. Dat is een tweeschijfskouter bestaande uit een 32,5 centimeter stalen schijf in combinatie met een kunststof schijf, die elkaar schoon houden.
Het hart van de machine bestaat uit een doseerunit met daarbij vijf verschillende doseerrotors voor de diverse zaden, hiermee kan men van één tot vierhonderd kilogram zaad per hectare zaaien. Deze rotors zijn eenvoudig te verwisselen.
De kern
Maar nu komt de kern van het verhaal. De nieuwe machine vormt samen met een eveneens Kverneland rotorkopeg een zaaicombinatie. Maar de akkerbouwers hebben al een ander merk rotorkopeg en ze hadden de wens om de zaaimachine zowel aan hun eigen rotorkopeg te kunnen koppelen als ook direct achter de trekker. Dit betekende dat er een bok voor gemaakt moest worden om de machine mee aan te koppelen, plus dat hij hydraulisch opklapbaar moest worden gemaakt.
Hier lag de eerste uitdaging voor het mechanisatiebedrijf. Peter Bremer van mechanisatiebedrijf en Kvernelanddealer Tolhoek: “De akkerbouwers wilden graag een 4,50 meter brede en hydraulisch opklapbare machine, maar die is af fabriek niet te leveren. Daarop hebben we hem zelf hydraulisch opklapbaar gemaakt. Maar daarbij wil je wel de mogelijkheid behouden dat je de zaaielementen over de framebalk kunt blijven verschuiven voor het geval ze voor een ander systeem gaan kiezen.” Maar de andere truc is dat de akkerbouwers twee teeltsystemen hebben, de schoffelgewassen (graan, erwten en dergelijke) en volveldsgewassen (gras, klaver).
De beperking van de vorige machine was dat ze met het volvelds zaaien niet tot de 4,50 meter werkbreedte konden komen, het hield bij 4,375 meter op en bleven de aansluitrijen open. De zaaimachine heeft zeventien lange zaaipijpen twee keer zes (op 23,5 centimeter) buiten de trekkerwielen en vijf (op 27,5 centimeter) er tussen. De trekkerwielen lopen op 1,50 meter spoorbreedte door 40 centimeter brede rijpaden. Tel hier 25 centimeter bij voor de aansluitrij dan zit je op 4,50 meter werkbreedte met de trekker precies in het midden van de machine.
Extra korte zaaipijp toegevoegd
Bij volvelds zaaien worden de achttien korte zaaipijpen ook geactiveerd, maar dan komen ze met de werkbreedte niet goed uit en daarom hebben Van der Weele en Bokdam er een extra korte zaaipijp aan toegevoegd en komt het aantal op negentien stuks. En deze extra pijp vult het gat op van de aansluitrij. Maar in deze uitvoering loopt de trekker niet midden voor de machine en voor het werken op gps is dat wel gewenst. Daarom heeft Tolhoek de nieuwe bok van de machine van twee aankoppelpunten naast elkaar voorzien op een onderlinge afstand van 12,8 centimeter. Zo kunnen ze nu met de zaaimachine simpel overschakelen van volvelds zaaien naar schoffelgewassen of andersom. Het openen en afsluiten van de tweede set pijpen kan met eenvoudige handeling worden bediend.
Met de nieuwe machine gaan ze ook gebruik maken van Isobusbediening, daarvoor komt er een extra terminal in de trekker. Voor een betere gewichtsverdeling hebben ze bij deze machine gekozen voor een fronttank voor op de trekker.
Dit is een artikel uit de Akkerbouwkrant. Wil je deze thuis ontvangen? Klik hier.
Tekst en beeld: Hendrik Begeman