Lemken biedt 3 verschillende modellen compact-schijveneggen met als belangrijkste verschillen de diameter en de opstelling van de gekartelde holle schijven.
De Heliodor 9 beschikt over twee rijen gekartelde holle schijven. De schijven op de voortste rij staan onder een hoek van 16,5° naar rechts en onder een hoek van 10,5° ten opzichte van de bodem. Ze zijn individueel opgehangen aan een bladveer. De tweede rij schijven staat onder een hoek van 16,5° naar links om zo de zijdelingse krachten op te kunnen vangen.
Het belangrijkste verschil tussen de Heliodor 9 en de Rubin modellen is de ophanging van de schijven. Namelijk aan draagarmen met voorgespannen spiraalveren in plaats van aan bladveren. Dit moet de werking in droge omstandigheden en harde bodems ten goede komen. De verende werking zorgt volgens Lemken eveneens voor een betere menging van grond en gewasresten dan bij schijfcultivators.
De Rubin 12 verschilt met name op een tweetal constructieve punten van de bovengenoemde modellen. Allereerst door de grotere schijven van 73,6 cm doorsnede en 6 mm dik. Ze staan onder een hoek van 16° ten opzichte van de rijrichting en een hoek van 20° ten opzichte van de bodem. Door de grote diameter van de schijven kan de Rubin 12 tot 20 cm diep werken. De extra ruimte onder het frame draagt ertoe bij dat het werktuig veel minder snel volloopt als er sprake is van veel gewasresten zoals groenbemesters, stro of gewasresten zoals een hoge korrelmäisstoppel.
Lees het complete artikel met verschillende gebruikerservaringen in De Loonwerker van maart.