Met de aankoop van de nieuwe Vervaet EVO Beet Eater 625 is het wagenpark van Loonbedrijf Hoedemakers uit Ulestraten weer up-to-date. Hoedemakers heeft gekozen voor de kleurstelling rood dak en zwarte velgen. Ook een herkenbare uitstraling is belangrijk voor het loonbedrijf. De belangrijkste voordelen van deze nieuwe bietenrooier zijn: de vier grote voorbanden, de stabiele ligging in het heuvelachtige landschap, een goede gewichtsverdeling, de automatische vlakstelling en de goede reiniging van de bieten.
De nieuwe kleurstelling van Vervaet kan John Hoedemakers waarderen. “Wij hebben samen met Vervaet gekozen voor dezelfde kleurstelling zoals op onze Agrifac Condor veldspuit. Deze heeft namelijk ook een rood dak en zwarte velgen. Ons logo en onze naam zijn in de grijze kleur van de rooiunit gedrukt. Het oog wil namelijk ook iets.” Hoedemakers probeert zijn hoofdmachines zo jong mogelijk te houden. De machines voor de oogstwerkzaamheden, maar ook de overige machines die dagelijks draaien, moeten bedrijfszeker zijn. De klanten zijn inmiddels gewend dat de oogstmachines uitgerust zijn met de nieuwste technieken. Vandaar dat deze machines maximaal vijf jaar op het bedrijf blijven.
Loze uren vermijden
Het loonbedrijf uit Ulestraten rooit meer dan vijfhonderd hectares per jaar met één rooier. Dit is een bewuste keuze. “Je moet met zo min mogelijk machines zo veel mogelijk werk verrichten”, vertelt Hoedemakers. Hij is van mening dat met een goede planning, in goed overleg met de klant, dit goed mogelijk is. De klant moet het vertrouwen in de loonwerker hebben dat alle bieten in de best mogelijke omstandigheden uit de grond worden gehaald. Niet te lang voor de leverdatum, maar zeker niet te laat. Hoedemakers probeert zo weinig mogelijk met de Beet Eater op de weg te rijden. Reisuren zijn immers loze uren. Dus probeert hij zo efficiënt mogelijk voor de bietenmuizen uit te rooien. “Ook blijft de rooier tijdens de campagne zo veel mogelijk bij de klanten staan”, aldus Hoedemakers.
De geschiedenis van het bietenrooien begint voor het loonbedrijf in de jaren zestig met drie getrokken één-rijige bunkerrooiers. Na enkele opbouwcombinaties en getrokken laders koopt Hoedemakers in 1997 de eerste zelfrijder; een Agrifac ZA 215 EH. Dat is ook het jaar dat de huidige chauffeur Kostijn Vanmeulebrouk zijn bietenrooicarrière begint. In het jaar 2000 wordt er gekozen voor de Agrifac Big Six. Met name vanwege de grotere capaciteit en de betere gewichtsverdeling. Zeven jaar later stapt Hoedemakers over op Vervaet. Sindsdien rooit het loonbedrijf altijd met een Beet Eater 625.
Optimale gewichtsverdeling bij de Vervaet Beet Eater
Vanuit de fabriek krijgt Hoedemakers de juiste ondersteuning. Een groot voordeel is de service en de hulp op afstand. In de afgelopen zeventien jaar zijn problemen of reparaties altijd binnen enkele uren opgelost. “Een bedrijf waar je van op aan kunt”, verklaart Hoedemakers. Naast de korte lijnen met de fabriek moet de rooier wel voldoen aan de eisen van de loonwerker. Met vier grote wielen aan de voorkant van de machine, ligt de rooier stabiel in de hellingen en is de gewichtsverdeling bijna optimaal. Ook is de grote bunker een gemak op percelen die groter zijn dan de gemiddelde. Een ander pluspunt is de goede en lange reinigingsweg. Hoedemakers heeft ervoor gekozen om de Vervaet uit te rusten met een luchtdrukwisselsysteem in combinatie met de grote VF-banden van Michelin. Het grootste nadeel is de stugge wendbaarheid. “Dit heeft te maken met de twee grote banden achter elkaar”, aldus Hoedemakers.
De Vervaet Beet Eater is uitgerust met de CDR-mulcher. Deze combimulcher heeft twee onafhankelijk aangedreven klepelassen. De tweede klepelas vervangt de traditionele scalpeurs. “Het grote voordeel van dit systeem is dat er geen bietenresten op het perceel achterblijven. Zeker met de convisobieten in combinatie met niet kerende grondbewerking levert dit op den duur problemen op. De kans op wilde bieten in het volgende teeltjaar is groot. Deze krijg je niet meer doodgespoten”, verklaart Hoedemakers. Tevens kan er gekozen worden om het blad te mulchen of te spreiden. Voornamelijk om in zeer natte omstandigheden nog zo goed mogelijk te kunnen rooien.
Als Vanmeulebrouk begint aan een groot, lang uitgerekt perceel, gaat er altijd een afvoercombinatie met lagedrukbanden mee. Dit wordt gedaan als dienst naar de klant toe, want de rooier moet blijven rooien. “Alleen met rooien wordt er geld verdiend”, besluit Hoedemakers lachend.
Tekst en beeld: Jens Kusters