Sinds enkele dagen breidt het boerenprotest ook in ons land uit. De onvrede vanuit de sector over heel wat zaken is er al langer maar de acties in andere landen lijken ook onze boeren tot intensere acties aan te zetten. Wegen worden geblokkeerd en acties verlopen veel minder gecoördineerd vanuit de belangenorganisaties. Die hebben er wel sympathie voor maar roepen tegelijk op om vreedzaam te werk te gaan en respect te hebben voor de orde- en hulpdiensten.
Het probleem met zulke acties is dat ze in eerste instantie vooral de verkeerde mensen raken. De moeder die vanuit de file laat weten dat haar kind niet op tijd in het ziekenhuis zal geraken voor een broodnodige kankerbehandeling is misschien wel de beste illustratie daarvan. De beleidsverantwoordelijken die geviseerd worden, staan niet in die file. Die ordonneren vanuit hun kantoor dat de blokkades moeten worden opgeruimd. En als ze zich zelf moeten verplaatsen, zal het politie-escorte er wel voor zorgen dat zij weinig last hebben van de blokkades die de boze boeren opzetten.
Radeloos
Op sociale media zien we ook landbouwers die zich niet achter dit soort acties wensen te scharen. Werkgeversorganisaties vragen ondertussen al om hard op te treden. En sociologen en filosofen waarschuwen dat begrip snel zal omslaan in irritatie. Daarom stel ik me de vraag waarom deze acties dan toch gebeuren. Het risico is inderdaad niet onbestaande dat er binnen de sector onenigheid komt. Of dat de steun bij de gewone man in de straat afbrokkelt. Ik kan maar één reden bedenken: onze landbouwers zijn radeloos. Sommigen zijn ondertussen zo ver gedreven dat ze het gevoel hebben dat ze toch niets meer te verliezen hebben.
Maandag maakte ik een reportage bij een veehouder. Achteraf dronk ik samen met hem, zijn moeder en een machinedealer enkele tassen koffie. Toen ik anderhalf uur later in mijn auto stapte, was ik echt niet goed van wat ik allemaal gehoord had. Iedere dag keihard moeten werken om de leningen maar net afbetaald te krijgen, daarbij constant achtervolgd worden door regel na regel die vervolgens soms met een schandalig gebrek aan respect wordt gecontroleerd.
Maar hiertegen in het verweer komen, kan misschien ook op een andere manier. Bij de voorstelling van het Vlaamse landbouwrapport, afgelopen maandag, werd minister Jo Brouns opgewacht door een stevige groep landbouwers. Hij nam ruim de tijd om met hen in gesprek te gaan. Het beeld van de boeren die in een grote cirkel rond hem staan en vragen stellen, zal ik niet snel vergeten. De landbouwers lieten de minister uitpraten en hij liet hen hun vragen stellen. Af en toe was er wel eens emotionele stemverheffing maar het geheel verliep in mijn ogen op een respectvolle manier.
Kwalijke invloed sociale media
Uiteindelijk vatte een jonge landbouwer het mooi samen. Zolang de bevoegdheden omgeving en landbouw niet bij dezelfde partij zitten, zal het heel moeilijk zijn om tot oplossingen te komen. Veel van de gevolgen voor de landbouw komen voort uit beslissingen vanuit het domein milieu en omgeving. Zelf zou ik daar nog iets aan toevoegen. Zolang beleidsverantwoordelijken mee blijven gaan in de polariserende communicatie die eigen lijkt te zijn aan het gebruik van sociale media, lijkt het weinig waarschijnlijk dat er op een respectvolle en constructieve manier gepraat kan worden. Helaas is het niet één partij of één minister die we hierop betrappen. Het lijkt de ziekte van deze tijd, in het bijzonder in de politieke wereld.
Er komen weer verkiezingen aan en liefst van al zou ik alle politici die het nodig vinden naar elkaar na te trappen op sociale media naar huis stemmen. Er resten ons nog enkele maanden, aan de politici om mijn ongelijk te bewijzen.
Tekst en beeld: Seppe Deckx