Eind vorig jaar gaf minister Demir de opdracht aan de landbouw- en milieuorganisaties om in onderling overleg voorstellen uit te werken voor een nieuw mestactieplan. Na maanden intensief onderhandelen werpt dit overleg zijn vruchten af. De milieu- en landbouworganisaties stellen nu hun gezamenlijk bereikte princiepsakkoord als basis voor MAP7 voor.
Eigen voorstellen voor nieuw mestbeleid
In november 2022 werd aan de landbouw- en natuurorganisaties de opdracht gegeven om op basis van eigen voorstellen tot een mestbeleid te komen dat tegemoetkomt aan de doelstellingen uit de Kaderrichtlijn Water en de Nitraatrichtlijn. Na maanden intensief onderhandelen ligt er nu een princiepsakkoord. De uitdaging voor de onderhandelaars was groot.
De voorbije weken werd intensief overlegd tussen de verschillende organisaties. In het princiepsakkoord dat bereikt werd, is gezocht naar maatregelen die garanties moeten bieden om de doelen m.b.t. een goede waterkwaliteit te bereiken en die rekening houden met de diversiteit van de Vlaamse landbouwbedrijven en landbouwmodellen, waaronder de biologische landbouw.
Zes pijlers MAP7
Het akkoord is opgebouwd uit zes pijlers:
- Gebiedsgerichte verstrenging voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen
- Begeleiding van landbouwers naar meer duurzame landbouwpraktijken
- Een herwaardering van mest als grondstof voor een betere bodemkwaliteit en een circulair landbouwmodel.
- Inzetten op meer klimaatrobuuste landbouwpraktijken. Stimuleren van praktijken die een positieve impact hebben op de bodemkwaliteit.
- Vereenvoudigde handhaafbaarheid
- Samenwerking tussen overheden en middenveld binnen de opvolging
Generieke en gebiedsgerichte maatregelen
De organisaties stellen een pakket van zowel generieke als gebiedsgerichte maatregelen voor met aandacht voor de waterkwaliteit als ook de haalbaarheid voor de boer. Concreet gaat dit onder meer over het behoud van de huidige verschillende gebiedstypes in functie van de waterkwaliteit waarbij in gebieden waar de kwaliteitsnormen nog niet gehaald zijn de bemestingsnormen verstrengd worden. Landbouwers worden gestimuleerd om in te zetten op betere en effectieve duurzamere landbouw- en bemestingspraktijken op basis van een vastgesteld keuzemenu van maatregelen.
Langs alle waterlopen worden bufferzones eenduidig en controleerbaar uniform vastgesteld op 3 meter, vrij van bemesting, pesticiden en met buffergewassen of braak, en op 5 meter langs natuurgebieden en waar de waterkwaliteit onvoldoende is, voor nitraatgevoelige teelten.
Samenhangend geheel om waterkwaliteit te verbeteren
De milieu- en de landbouworganisaties onderstrepen dat dit akkoord meer is dan een loutere oplijsting van aparte voorstellen. Het is een samenhangend geheel waarvan de impact verder zal gaan dan enkel een verbetering van de waterkwaliteit. Het is bovendien een onderhandeld plan, waarin de nodige evenwichten bereikt werden en waarvoor draagvlak is bij zowel de milieu- als de landbouwsector. Het plan moet dus integraal bekeken worden. Een snelle verdere uitwerking is belangrijk, zodat MAP7 kan ingaan vanaf 1 januari 2024.
De organisaties benadrukken dat dit princiepsakkoord nog moet worden afgetoetst bij de Europese Commissie. Als de Commissie haar fiat geeft, dan pas kan dit akkoord vertaald worden naar een Mestdecreet met een verdere uitwerking van de maatregelen.
Basis voor nieuw princiepsakkoord MAP7
Zowel de milieu- als landbouworganisaties zijn tevreden dat intensief maar constructief overleg leidde naar een consensus. Deze vormt nu de basis voor een nieuw en gedragen princiepsakkoord dat kan leiden tot een nieuw mestactieplan dat moet garanderen dat de waterkwaliteit, in zoverre de landbouwsector hiervoor verantwoordelijk is, in Vlaanderen moet verbeteren. Dit akkoord is een duidelijk engagement vanuit de landbouwsector om de doelen te bereiken.