Van 27 tot en met 29 november staat Interpom weer op het programma in Kortrijk. Standhouders en organisatie zijn stilaan in de laatste rechte lijn gekomen voor wat betreft de opbouw. De echte aanloop naar de beurs is echter gebeurd in het veld. Dit najaar haalden de telers weer hun aardappelen van het veld of ze lieten dat doen door een loonwerker. Uw vakblad besteedde ook weer aandacht aan nieuwigheden die op dat moment te ontdekken waren. De Puma 4.0 van AVR, de Blum Multiloader en de Oryx 4.90 van Pouchain passeerden de revue.
Puma sinds 2007
“Met de Puma wilde AVR een zo licht mogelijke vierrijige bunkerrooier op wielen zonder noemenswaardige vernauwingen in de productstroom construeren”, vertelt sales manager Nederland Jos den Boer. “En vandaag de dag is de huidige Puma 4.0 nog steeds trouw aan dat concept en maken z’n relatief lage gewicht en z’n goede gewichtsverdeling ‘m nog altijd uniek.” Den Boer legt uit dat de Puma eigenlijk bestaat uit twee tweerijers naast elkaar om zo min mogelijk vernauwingen in de productstroom te creëren. Hierdoor kun je ook twee rijen afzonderlijk oogsten. “De bunker groeide in de loop der jaren van 8 naar 8,5 ton maar het totaalgewicht nam slechts beperkt toe. De basisuitvoering weegt nu 23,5 ton. Als alles goed loopt, rooi je met een Puma gemiddeld één ton aardappelen per minuut.”
Trend naar rooien in loonwerk
Gevraagd naar trends, merkt Den Boer dat telers met 20 tot 25 hectare aardappelen in het bouwplan steeds vaker afscheid nemen van hun getrokken wagenrooier en de loonwerker inschakelen. “Zelf rooien is te duur geworden en telers krijgen de arbeidsbezetting niet meer rond omdat ze niet aan personeel kunnen komen. Een jong gebruikte rooier aanschaffen is daardoor ook steeds minder vaak een optie. Telers die wel zelf blijven rooien kiezen nu vaker voor een gebruikte vierrijige of een nieuwe getrokken bunkerrooier en lossen op het kopeind. Dan kun je met twee of drie personen zestig tot zeventig hectare aan.” De groeiende populariteit van zelfrijders is ook te zien aan de productieaantallen van AVR. In 2007 werden er negen Puma’s verkocht en in 2022 59. AVR hoopt dit jaar de 450ste Puma af te leveren. De fabrikant zal uiteraard weer present zijn op Interpom.
Blum Multiloader op Belgische akkers maar niet op Interpom
Iedere teler kent het wel: de aardappelen worden gerooid, in een kipper geladen en naar de boerderij gebracht maar nadien blijft er een hele hoop grond achter. Al die vervoerde grond is nutteloze tarra en bovendien moet die achteraf ook nog eens terug gevoerd worden. Hoe meer grond er dus op het perceel achter kan blijven, hoe beter. Ronald Euben is één van de bedrijfsleiders van akkerbouwbedrijf Euben. “Voor ons waren de criteria bij aankoop van de Multiloader: veel grond eruit en snel lossen want het rooien mag er niet te veel door vertragen. Je moet daarom altijd bekijken hoeveel aardappelen je erover wilt laten gaan, zeker als je onder tijdsdruk staat. We streven ernaar om tweederde van de aardappelen erover te laten gaan om niet te veel in te boeten aan rooisnelheid. Het is een heel gedoe als je de aarde weer van de boerderij naar percelen moet voeren. Deze machine haalt er echt veel grond uit. De Grimme-reinigingsset is goed, haalt er veel uit en laadt niet snel aan met aarde. Het voordeel is bovendien dat hij alles mooi aan de zijkant lost. Die hoop kan je erna mooi openduwen.
Snelste overlaadwagen op de markt
Blum benoemt de opvallendste punten van zijn Multiloader. “Het belangrijkste is dat hij ten opzichte van een hooglosser veel stabieler is. Het gewicht zit helemaal boven de wielen als de bak omhoog is en hij heeft een zwaar Tridec-driepuntsonderstel zoals bij gronddumpers. De hoek van de kuismodule kan vlakker of steiler gezet worden om minder of meer te reinigen. “Omdat die reinigingsunit vlak bij de trekker zit, zie je wat je doet en kan je dus ook snel bijsturen. Ik durf te zeggen dat we de snelste overlaadwagen op de markt hebben. Het gaat dan niet over hoeveel ton per uur maar het is het reinigingsoppervlak dat bepaalt welk rendement je haalt. We hebben tien reinigingsrollen van 2,40 meter breed en doordat we steil kippen en een pivoterende deur hebben, valt iedere aardappel op de eerste rol. Zo benut je dus de volledige reinigingsoppervlakte. Bovendien krijg je een mooie dosering. Doordat wij de bak kippen, moet de losarm minder steil gaan. Daardoor kan je je aardappelen veel mooier in een pakket samenhouden en heb je minder beschadigingen in de losarm. Ook de korte opsteltijd van minder dan een halve minuut is een heel belangrijk punt. Daarnaast moet je intelligent rijden om te bepalen wanneer je moet gaan laden en lossen.”
Blum kiest er bewust voor om niet aanwezig te zijn op Interpom omdat hij overtuigd is dat het vandaag de dag vooral online moet gebeuren.
Pouchain Oryx zelfrijdende aardappelrooier op Interpom
Tijdens Interpom 2021 leerden we de Franse firma Pouchain kennen. De nieuwste modellen van Pouchain dragen de naam Oryx 4.75 en Oryx 4.90. De keuze van de machine hangt dus af van de breedte waarop de aardappelen geteeld worden. De Oryx 4.90 die we aan het werk zagen, was pas afgeleverd en werd door de klant voor het eerst gebruikt. Dhr. Paris is samen met zijn schoonbroer eigenaar van de machine: “Wij zijn akkerbouwers en rooien zo’n zestig hectare per jaar. Tot vorig jaar werkten we nog met een getrokken aardappelrooier. Nu we deze machine gekocht hebben, overwegen we wel om beperkt loonwerk te gaan doen bij landbouwers die erom vragen. Dit is echt het eerste perceel dat we ermee rooien, ik ken de machine zelfs nog niet helemaal. Het is zaak om de bediening helemaal te leren kennen, net als de afstellingen, hoewel die wel zullen variëren van perceel tot perceel en afhankelijk van de weersomstandigheden.”
Heel goed zicht op de rooiactiviteiten
Volgens Stéphane Raviart van de firma Pouchain zal het leren kennen van de machine vrij snel gaan. “De klant heeft volgens mij voor ons gekozen omdat onze rooier eenvoudig is in ontwerp en bediening. We zijn een klein merk, dus als een klant moet kiezen tussen ons en een groter merk, zal hij bij dezelfde kwaliteiten kiezen voor de grotere merk. Wij moeten ons dus wel onderscheiden. Technisch moeten we dus even goed of beter zijn en financieel moeten we aantrekkelijker zijn. Alleen dan kunnen we de klant overtuigen. Het verschil met de anderen zit en volgens mij erin dat wij een heel eenvoudig concept hebben en goedkoper kunnen zijn, net omdat we een eenvoudige machine hebben die ook minder onderhoudskosten heeft. Dat is echt de essentie: eenvoudig, minder duur en makkelijk in gebruik terwijl we qua kwaliteit toch even goed of beter doen dan de concurrentie. Opvallend is dat je vanuit de cabine een erg goed zicht op de rooiactiviteiten hebt. “Bij ons gaat het chassis heel ver naar voor, zodat je alle vier de rijen kan zien. We ontwikkelden dit zo omdat tachtig procent van de aandacht van de bestuurder daarheen gaat. Je moet dus zorgen dat hij daar alles kan zien.”
Lees de volledige artikels in vakblad de Loonwerker.
Tekst: Seppe Deckx en René Koerhuis Beeld: Seppe Deckx