Wie weet er meer over het grasland of de akker dan de loonwerker die daar het hele seizoen door zijn
bewerking doet? Met de uitdagingen waar de landbouw voor staat en de schaalvergroting die doorzet zou de rol van de loonwerker als ‘manager van het veld’ weleens belangrijker kunnen worden. Dat betekent ook dat de loonwerker steeds meer de rol van adviseur krijgt. Hoe zien de loonwerkers dit zelf? “Het komt er op aan om een goede relatie op te bouwen met de landbouwer want dan gaat hij het advies sneller ter harte nemen.”
Wanneer de nieuwe ZX 470GL op het Friese loonbedrijf gaat draaien is nog niet bekend. De levering wacht op het speciale tandemonderstel met acht wielen. Om toch de aanstaande pieken in het maaiseizoen op te kunnen vangen, is er een demomodel van de 470 klaargemaakt bij importeur Bromach in Gorredijk. “Dan redden we ons wel. We hebben nog een achtwieler staan, die we in de moeilijke gebieden in zetten. Uiteindelijk zal het weer de planning bepalen”, vertelt Peter Toering.
Slimme keuze
De bestelling van de ZX 470GL is een slimme bedrijfseconomische keuze. “We hebben een 430 en een 400-ladewagen op het bedrijf draaien, De ZX 450 Is ingeruild voor de nieuwe ZX 470 met DWM-tandem die inmiddels al tien jaar oud was. Die werd ook het meest gebruikt, 6500 vrachten heeft die wel gehad. Technisch gezien is de opraapwagen nog wel goed, maar die zou behoorlijk door de werkplaats moeten. Bovendien wilden we nog graag een tweede wagen met DWM tandem. Het onderstel van de ZX 450 is omgebouwd naar de ZX 400. In de huidige staat heeft de opraapwagen nog een redelijke inhaalwaarde, dus is daar de keuze op gevallen.”
Keuze voor acht wielen
Ondanks dat er ondertussen wel wat melkveehouders in de omgeving zijn gestopt, zorgt vooral de keuze voor acht wielen het loonbedrijf van Toering voor werk. “Het voorkomen van rijschade levert zomaar een paar honderd kilo droge stof perhectare winst op. Met de huidige voerprijzen is dat gewoon serieus geld. De toppers kunnen zomaar drie of vier cent besparen op krachtvoer, omdat die op het juiste moment de keuze maken om het gras te oogsten.”
Het Friese loonbedrijf probeert als adviseur naast de melkveehouder te staan. Uitgangspunt is het voorkomen van rijschade. Oudega, waar de familieonderneming is gevestigd, ligt in een veengebied. “Bodemdruk speelt hier echt. Daarom hebben we ook een sleepslangbemester gekocht, die denk ik de lichtste van Friesland is. We zijn daarmee 5,5 ton in gewicht naar beneden gegaan”, vertelt Peter Toering. De keuze voor de tandemasser met acht wielen past binnen dezelfde filosofie. “In capaciteit gaan we niet naar beneden, maar met acht banden rijd je er onder lastige omstandigheden nog mooi overheen. Uiteraard hangt het ook af van die chauffeur die de juiste keuzes maakt. In een droog seizoen hoeven acht wielen eigenlijk niet. De investering in een speciale tandemasser kunnen wij verwaarden. Wij rekenen er meer voor, maar er is ook vraag naar.”
Eerste snede van het land halen
Peter Toering haalt het afgelopen seizoen als voorbeeld aan. Waar anderen met de eerste snede moesten wachten, kon het loonbedrijf uit Oudega wel de eerste snede van het land halen. Zonder rijschade. “Wij begonnen met de tweede snede, waar anderen pas met de eerste begonnen. Dat is vier tot vijf cent per liter winst, omdat je de kosten van inkoop van krachtvoer bespaard. Het is een gouden slag geweest. Het was misschien een kleine snede, maar ik ben er van overtuigd dat je niet naar opbrengst moet kijken maar naar het weer. Een goede eerste snede zorgt voor extra eiwitten en suikers.” Peter Toering legt wel de nadruk op de basisprincipes van het maaien. “Want hoe hoog moet je maaien? Veel maaien te kort, maar maai je boven ‘het knoopje’ dan neem je minder onkruid mee en heb je een schoner gewas. Het kost niets extra, maar het is wel een stap naar een betere kwaliteit ruwvoer en hergroei.”
Adviseursrol
In de adviseursrol hoort de loonwerker volgens Peter Toering in de driehoek met de melkveehouder en de voeradviseur te zitten. Firma Toering houdt zelf nauw contact met voerleveranciers als Weidse Blik en Hoogland. “Nu de tendens meer eiwit van eigen land is, is die wisselwerking nog belangrijker. Als wij ons werk goed doen, draait de melkveehouder beter rendement.” Voor Toering is het weer de belangrijke graadmeter bij de inzet van de opraapwagens. “De kwaliteit ligt namelijk op het land.” De loonwerker kijkt bijvoorbeeld scherp naar referentieverdamping. “Hoe snel droogt het op? Kun je met één keer schudden af of moet het misschien een tweede keer? Leg je het meteen op een zwad of wacht je nog? Je moet kijken naar de omstandigheden.”
Tekst en beeld: Martin de Vries