Bij Vandenbulcke in Bellegem komen ze even op adem, sinds begin maart vielen de activiteiten niet stil. Het zaaien, het dorsen van erwten en graan zijn nog maar net gepasseerd of de mais- en bietencampagne staan voor de deur. Ongeveer vier weken hebben ze om alles in gereedheid te brengen en de batterijen op te laden, toch kijken ze reikhalzend uit naar deze periode.
Waalse roots
Het oudste document uit het bedrijfsarchief dateert van 1930 en hangt ingekaderd aan de muur. Oorspronkelijk begonnen de broers Maurice en Kamiel in Luigne bij Moeskroen. De Vandenbulckes reden in die tijd met acht stationaire dorsmachines elk voorzien van een Hanomag. Beide hadden ze opvolgers, daarom besloot Maurice zich na de Tweede Wereldoorlog te vestigen in Bellegem bij Kortrijk. Een strategische keuze, de ligging was perfect. Zo zijn Wallonië,Frankrijk en Roeselare vlot bereikbaar. Naast hangars bouwde hij een prachtige art deco woning, het huis staat er nu nog steeds en hoort onafscheidelijk bij het bedrijf. Naast loonwerk verkocht Vandenbulcke Deutz-tractoren, later schakelde hij over naar International-Harvester.
Half de jaren 1960 namen de zonen van Maurice, Hervé en Roger het bedrijf over. De dorsmachines maakten plaats voor maaidorsers die aan een stevige opmars bezig waren. In de jaren 1970 begon de loonwerker met het oogsten van mais, bieten en erwten. De firma is altijd vooruitstrevend geweest en sprong direct op de kar toen nieuwe teelten aan populariteit wonnen. Hervé en Roger, vijftigers en beide getrouwd met zussen uit het zelfde gezin, stierven op korte tijd in 1990. De vrouwen zetten het bedrijf enkele jaren verder tot Hervé’s zoon Frank samen met echtgenote Kathy de nieuwe zaakvoerders werden in 1995.
Investeren om te distantiëren
Loonwerker en tractorverkoper, een combinatie die weinig voorkomt en niets dan voordelen met zich meebrengt klinkt het in Bellegem. “Onze rijervaring leert ons welke reserveonderdelen we het vaakst nodig hebben. Meestal staan hier twee of drie demo’s die we ook kunnen uitlenen als de klant in panne valt. Desnoods nemen we er één uit het loonwerk waar er van elke pk-klasse wel iets staat. Toch gaan tractoren van klanten die binnen komen in de garage altijd voor, het onderhoud aan de onze gebeurt tussendoor als er minder werk is. Omdat er vaak oudere tractoren binnen komen, hebben we onlangs een testbank gekocht om een juiste diagnose te stellen en hun vermogen te meten. Op die manier proberen we ons te distantiëren. Verder zijn we altijd open aangezien we aan het bedrijf wonen, boeren springen snel binnen als ze zien dat de hangar open staat. Twee à drie op vijf trekkers in de streek zijn Case IH”, meent Frank. “Momenteel slabakt de verkoop omdat het droog is. We hebben verschillende akkerbouwklanten die afhangen van het weer. Toch zie ik het positief met de Werktuigendagen en Agribex in het verschiet.”
Op zondag geniet Frank ervan de garage mooi op te ruimen zodat de werknemers proper van start kunnen maandagmorgen. Ze werken in twee aparte werkplaatsen zodat alles mooi gescheiden blijft.
Tweede Optum op komst
Als je ze allemaal op een rij zet, tel je 23 tractoren jong en oud bij elkaar. Op één na allemaal Case IH, de Steyr valt op met zijn bleke kleur. Door een strak onderhoudsregime proberen ze toch 12.000 uren op de tellers te zetten. Frank kan moeilijk afscheid nemen van zijn werkpaarden, zo is er nog een Case International 1455 die af en toe dienst doet aan de silagekar. Toch grijpen de machinisten eerder naar iets moderner. Sinds begin 2000 sprong Vandenbulcke op het Vario-gebeuren en werden de eerste CVX’en aangekocht. Zowel in het loonwerk als in de verkoop hebben 90 % van de exemplaren een automatische versnellingsbak. In het loonwerk verkiezen ze de Puma’s met een vermogen rond de 200 pk, de Optum 300 is het paradepaardje. Met een beetje meeval komt er zelfs een tweede bij. Frank gebruikt de mastodont vooral voor het zaaien van erwten, bonen en het vastrijden van kuilen. Met wielgewichten, dubbele wielen, water in de banden, een schaaf en een chauffeur achter het stuur geeft de weegschaal 17,5 ton aan. De machinisten van het loonwerk onderhouden deels hun eigen machines. De erwtendorsers zijn nog maar net klaar met de oogst of de acht machines worden ontmanteld en gepoetst voor de volgende campagne.
“Graag reserve machine”
Vandenbulcke zaaide dit jaar eind februari de eerste erwten, uitzonderlijk vroeg. De loonwerker heeft vier Herriau-precisiezaaimachines waarmee ze op gps zaaien. Onderling staan de systemen in contact met elkaar zodat ze in team kunnen werken. Frank heeft graag een reserve machine achter de hand zodat hij niet te veel achterstand oploopt bij pannes. Zo staat er nog een vijfde Herriau klaar. Zelfde verhaal bij de gps-systemen waarvan ze er acht hebben: zes voor dagelijks gebruik, één reserve en één demonstratietoestel. Eind maart zaait de firma wortelen met Gaspardo en een fonkelnieuwe Kverneland. Dan volgen ook de traditionele teelten zoals bieten en mais, daar zijn telkens twee planters voorzien.
Met een FR 9080 en FX 450 werkt de loonwerker de eerste snede weg. Omdat alle chauffeurs druk bezig zijn, rijdt Frank zelf met de FX. Het gras voeren ze af met Record-silagewagens waarvan Vandenbulcke verdeler is. Het rood matcht mooi bij hun vloot.
Volop oogsten in zomer
Halverwege juni trekt de trein erwtendorsers voor een dikke maand richting Frankrijk, 90 % van de vruchten staat daar. Een helse trip, ze gaan tot 200 kilometer ver. Twee ploegen van vier machines waarvan er meestal drie in actie komen, de vierde wordt gebruikt als reserve. Ieder team is vergezeld van een hooglosser die de erwten tot aan de vrachtwagen voert. Vier van de Ploegers staan op rupsen. De kans is groot dat ze de oudste drie vervangen door één EPD 540 met een veel hogere capaciteit. Zo hebben ze er trouwens al één. Buiten de motor en cabine zijn ze identiek aan de 538 waarvan er ook drie bollen.
In Kortrijk zijn ze druk in de weer met het maaidorsen en het zaaien van bonen. Ze hebben zeven maaidorsers maar daar zijn twee oudere NH 8060 bij. Strovriendelijke machines waar de mekaniekers ook al eens graag mee buiten komen. Verder zijn er twee CX en drie TX. Kathy krijgt vaak te horen dat de klanten liever later op de avond dorsen, beter voor het stro en bijgevolg meer balen. Die worden gemaakt in vier verschillende maten met twee Case IH, één NH en één Rivierre Casalis. Voordroog persen ze niet, ze helpen wel een collega wikkelen met hun Kverneland.
Brandstofprijs in het oog houden
Met de piek van de mais- en bietencampagne in het verschiet, zullen het nog enkele drukke maanden worden. De FR 9080 bouwt Vandenbulcke om en voorzien van een 8-rijer, met de FR 780 hakselen ze alleen mais. Met de 12-rijer die er aan hangt hebben ze onmiddellijk veel ruimte om te manoeuvreren bij het aanmaaien, de trekker met kar volgt achter de bek zodat er weinig gemorst wordt. Vorig jaar kocht het bedrijf een Record 3-asser. “Heel makkelijk als we ver moeten rijden, alleen kunnen we er niet overal mee komen om te lossen. Hier durft het nat zijn, daarom verkozen we een lichtere bek met kleine zonnen zodat we minder gewicht bijhebben. De maaidorser kunnen we dan weer uitrusten met rupsen. De voorbije jaren was het gelukkig droog, anders hadden we er niet gekomen met de prijs die we aanrekenen. Je moet goed tellen met de hoge brandstofprijzen, jammer genoeg is het niet evident om die stijging altijd door te rekenen. Zit je met een fout in je berekening, gaat dit ten koste van je investeringen.”
Winterslaap
De laatste machines die rijden in het seizoen zijn de twee Agrifac Big Six, vanaf half september tot half december. Eens de bieten gerooid zijn, worden de machines omgebouwd voor de oogst van knolselder. Vandenbulcke is tevreden van zijn rooiers. “Vooral de bodemvriendelijkheid is een groot voordeel. Verder kan er weinig verbeterd worden aan het principe, misschien enkele kleine aanpassingen zodat de capaciteit omhoog kan.” Na de oogst haalt Frank slaap in, om 21 u gaat hij slapen zodat hij er in het voorjaar terug tegen kan. Kathy schakelt een versnelling terug en geniet van een lazy Sunday. Een misdaadserie op tv maakt het plaatje helemaal compleet.
Bedrijfsprofiel
In Kortrijk op de steenweg naar Doornik passeer je de grote Case IH-pilaar van Case IH-dealer en loonwerker Frank Vandenbulcke (55) en Kathy Samain (46). Een gevestigde waarde, de familie Vandenbulcke is al 90 jaar actief in de sector. Uitschieters voor het bedrijf zijn het zaaien van groenten, het dorsen van erwten en het hakselen van gras en mais. Verder oogst de loonwerker granen en bieten.
Samen met twee administratieve bedienden verzorgt Kathy het bureauwerk. Kathy staat eveneens in voor de planning van het loonwerk terwijl Frank zijn aandacht verdeelt over het opvolgen van het eigen machinepark en het runnen van de Case IH-garage waar hun zoon Gauthier (24) samenwerkt met drie vaste mekaniekers. Vandenbulcke sluit zelf elke tractorverkoop af, maar stoomt zijn zoon klaar om mee te helpen. Het loonwerkbedrijf telt tien ingeschreven machinisten waarvan er zes hoofdzakelijk bezig zijn met activiteiten gerelateerd aan de groente-industrie. “We zetten in op vast personeel wat de kwaliteit alleen maar ten goede komt”, klinkt het. “Onze werknemers hebben één voor één feeling met de boerenstiel.” Dochter Laurence (21) studeert voor bio-ingenieur en is momenteel bezig met haar vrachtwagenrijbewijs.
Aan Vandenbulcke hebben boeren een betrouwbare en stipte partner die kwaliteit levert. In het algemeen proberen ze steeds voor te lopen op schema. Frank rijdt zelf met de oude FX450 om ook zijn steentje bij te dragen.