Landbouwmachines kunnen je hele leven beheersen, dit is ook zo bij Daniel De Vleesschauwer uit Boekhoute. Al van in zijn jeugdjaren was Daniel vertrouwd met landbouwmaterieel. Na zijn schooluren kon je hem vaak terug vinden bij loondorser Verloock André, waar hij maar al te graag meehielp tijdens het persen en dorsen. Zijn vader Arthur De Vleessschauwer die actief was als landbouwer en daarnaast als kolenhandelaar, kon je er eveneens terug vinden.
In 1965 besloot Daniel om op eigen benen te staan en werd gestart met een International 524 trekker om gras te maaien en graan te pletten. Niet veel later volgde het zaaien van bieten en het persen van kleine pakjes. Het zaaien gebeurde met een opplooibare Kleine 12-rijer. Daarna volgde het maaidorsen en werd er gestart met een Clayson M 135. Later volgden nog een Clayson M 140 en twee Clayson’s 1545. Voor de aardappelenoogst deed men beroep op een Cramer-planter en een 2-rijige rooier van Goossens.
In 1976 richtte Daniel zijn pijlen op de maisoogst, dit met een Laverda TA-150. Een bijzondere hakselaar die twee seizoenen sleet met een 2-rijige bek en vervolgens met een 3-rijer de mais in dook. Al even bijzonder was één van zijn afvoercombinaties, een zelfgebouwde landbouwtruck op basis van een M.A.N 630 L2A, ook bekend als een M.A.N Polycar.
Na het zaaien van bieten volgde logischer wijze de stap naar het bieten rooien in twee fasen: met een Moreau-ontkopper en -rooier om ze vervolgens met een Gilles-lader op te laden. Er werd eventjes gerooid met een Kleine-bietenrooier om tenslotte te rooien met zelfrijders van Vervaet en Heyens. Het bietentransport naar de voormalige suikerfabriek te Moerbeke werd ook door Arthur verzorgd.
In 1982 werd het loonwerk stopgezet en is het bedrijf volledig overgeschakeld op transport werkzaamheden, niet alleen met tractoren maar ook al met vrachtwagens, die uiteindelijk ook voor bulktransport werden ingezet. Voor het laden van de bieten deed men eerst een beroep op een opbouw Thomas-kraantje, maar al snel volgde een Atlas-bandenkraan. In 1993 is naast het transport dan nog de “Spoelhal Rosteyne” opgericht, een bedrijf gespecialiseerd in tankcleaning en truckwash. Tegenwoordig is de algemene leiding in handen van Daniel’s kinderen Sabine en Wim. Dochter Veerle besloot een andere weg in te slaan. Daniel mag dan wel al zoveel jaren uit de landbouwsector gestapt zijn, toch zit de microbe nog steeds in zijn bloed. In zijn loods kan je nog steeds, naast zijn 2 Scania-trucks nog enkele knap gerestaureerde oldtimer tractoren terug vinden.
Dit artikel verscheen eerder in “De Loonwerker 07/2018”, hebt u nog geen abonnement? Surf dan snel naar onze Agroshop!
Tekst en beeld: deoudedoos.be