“Voorstander van samenwerken als iedereen zijn gezond verstand gebruikt”
Wat een voorjaar, lang geleden dat alles zo vlot en gespreid verliep als nu. Bij Quintyn komen we terecht op een bedrijf waar ze goed weten waarmee ze bezig zijn. Koen en Sofie zijn hardwerkende en vooruitstrevende zaakvoerders die houden van orde. Stiptheid is hun grootste troef en dat is net wat hun machinepark weerspiegelt.
‘Nu of nooit’
Om het werk op het varkensbedrijf van zijn ouders te ontlopen, kocht Willy Quintyn een Deutz-tweecilinder met aalton van 3.000 liter eind de jaren 60. Winter en zomer reed hij rond zodat het bedrijf geleidelijk aan groeide. Een echte boost kwam er in 1990 wanneer zijn 18-jarige zoon Koen thuis bleef van school om mee te helpen. Een verstandige jongen die industriële wetenschappen volgde, maar meer interesse had in het levenswerk van vader. Om het gapende gat in de winter te vullen, kochten ze een kraan. De voorkeur bleek toch bij het agrarisch loonwerk te liggen toen een collega loonwerker met drie hakselaars er de brui aan gaf na het inkuilen van de eerste snede in het voorjaar van 1993. Het was altijd een droom om zelf te hakselen en het was nu of nooit”, besefte Quintyn. “We hadden twee Pöttinger-opraapwagens die al dat werk niet de baas konden. Met de komst van een Claas 695 en drie Record-silagewagens wilden we de boeren laten zien dat we het serieus meenden. Toch was een groot deel van de potentiële klanten overgelopen naar andere loonwerkers waardoor we eerder in mondjesmaatmodus begonnen.” In de liefde was het wel onmiddellijk koekenbak wanneer Koen Sofie tegenkwam op een KLJ-fuif in 1994. Vier jaar later werd het koppel man en vrouw.
Samenwerken loont
Wegbermen maaide de firma Quintyn al langer en ze speelden met het idee zich hierin verder te specialiseren. Zo zou hij het maaisel opzuigen voor een biogasinstallatie in de opbouwfase. “Een andere partner in dat verhaal, een collega loonwerker, vroeg of wij het hakselen van hem niet wilden overnemen. Hij ging zich toespitsen op het drijfmestgebeuren en het transport daarvan. Een kans die we niet konden laten schieten. Omdat onze Jaguar 870 aan zijn limiet zat en er al verschillende van zijn klanten belden, hebben we een FR 9050 bijgekocht. Die loonwerker zou ons wel blijven bijstaan met het transport. We spraken af dat hij onze tweede hakselaar zou voorzien van één of twee silagewagens. Een overeenkomst die nog steeds loopt. Zelf hebben we vier recent aangekochte Dezeure-Silocruisers en een Record-silagewagen.” Koen is trouwens voorstander van samenwerken als elke partij zijn gezond verstand gebruikt. Harken en het wikkelen van voorgedroogde pakken besteedt de loonwerker uit aan een andere collega.
Prijs-kwaliteitverhouding zit goed
Het veldwerk doen ze in Wingene met negen trekkers: zes Valtra’s, twee Deutz-Fahr’s en één Mc Cormick. Omdat de Mc Cormick net iets te kort kwam aan de hakselkarren, was Koen op zoek naar een alternatief. “Op aanraden van een kameraad kocht ik in 2012 drie Valtra’s T191”, vertelt Koen. “Ik was niet meteen overtuigd van de uitstraling, maar een dealer vlak aan onze deur is een extra troef. Met er meer naar te kijken, ben ik de Valtra’s steeds mooier gaan vinden. De tractoren draaien gemiddeld 1.000 uren per jaar en gaan normaliter weg op vijf jarige leeftijd. Op de Deutz-trekkers staan er dubbel zoveel, zij worden vooral gebruikt om de kuilen aan te rijden en te zaaien. Werkjes waar ze niet veel van afzien. In 2015 kwam de eerste bronskleurige Valtra T194. Omdat die zo goed beviel, kwamen er vorig jaar nog drie zulke exemplaren bij en dit jaar twee. “De prijs-kwaliteitsverhouding van dit model is perfect. Het is een complete sterke trekker met een relatief laag verbruik. Ook over de restwaarde kan ik niets negatiefs vertellen. Vario’s hebben we niet, omdat ik die niet zo geschikt vind aan de hakselkarren. Naar bediening en onderhoud toe is het makkelijk om zes dezelfde tractoren in huis te hebben. Voor dezelfde redenen hebben we ook drie Jaguar 950-hakselaars. Die heb ik wel niet met de drie tegelijk gekocht.”
Online veiling
De Jaguars dateren van 2008, 2010 en 2013. De jongste kocht Koen vorig jaar als jonge occasiemachine bij een veiling georganiseerd door Troostwijk. “Daar werd niet op geboden. De laatste veilingdag ben ik speciaal vroeger naar huis gekomen om het laatste kwartier mee te volgen. Twee keer bieden en we hadden hem. Sofie zei dat ik zot was. Elf uur moesten we rijden met de machine om hem hier in Wingene te krijgen. We beslisten onze oudste hakselaar nog even te houden in het geval de tweedehandsmachine verborgen mankementen had. Nu kunnen we de drie hakselaars niet meer missen in het gras. Gras is heilig, net zoals onze nachtrust. ’s Nachts inkuilen is voorgoed verleden tijd. Maïs hakselen doen we maar met twee 8-rijers zodat we het najaarsgras evenzeer kunnen hakselen.” Het ombouwen van de Jaguars doet Quintyn samen met de chauffeurs en een mekanieker van de dealer. Eerst moet er natuurlijk gemaaid worden, dat doet de firma met een gedragen Kuhn van 4,4 meter zonder kneuzer zodat het werk opschiet. Verder maakt de loonwerker pakken met een McHale Fusion en een NH-grootpakkenpers.
Maïsplanten met imposante combinatie
Omdat gras en maïs de hoofdzaken van Quintyn zijn, wilde hij vernieuwend uit de hoek komen door te starten met het zaaien van maïs onder folie. Daardoor zou hij zowel het zaaien als het oogsten beter kunnen spreiden. Het eerste jaar was een pechjaar, waardoor er veel kritiek kwam, de chauffeur viel zelfs tien kilogram af door stress. Toen we alles onder controle hadden in het tweede jaar, waren het de weersomstandigheden die ons parten speelden. “Soms moet je durven toegeven dat hier iets niet werkt, terwijl in andere streken het planten onder folie wel een succesverhaal is. Wij stapten over naar het planten met een VSS Agro-zaaibedbereider. Toegeven dat we dat idee voor het eerst zagen bij loonwerkers in het Antwerpse. Het probleem in onze regio is dat de boeren eerst melken, dan pas beginnen het land klaar te leggen waardoor we overal gevraagd worden om in de late namiddag te zaaien. Met onze bijzondere combinatie planten we nu vanaf ’s morgens. De tractor is uitgerust met gps en Michelin 900-60-38 lagedrukbanden die ook op de hakselaar zitten tijdens het maïsseizoen. We doen eerst één buitentoer, dan zaaien we het midden om te eindigen met twee buitenrondes. Het resultaat is subliem, dat merken we aan de vraag die elk jaar stijgende is.” In Wingene gebruiken ze drie 8-rijers van Kuhn allemaal uitgerust met een fronttank. Koen merkt dat steeds meer boeren bij hun de meststoffen afnemen.
Deroo-primeur
Injecteren doen ze enkel op land van eigen klanten en het materieel dat ze hiervoor hadden, was dringend aan vervanging toe. Onlangs namen ze de eerste Deroo-tandemasser in gebruik met een uitschuifbare voorste as, een primeur van de West-Vlaamse constructeur. Het bandendrukwisselsysteem op de ton, maar binnenkort ook op de tractor, komen het resultaat alleen maar ten goede. Met de 20 m³-tank kan Quintyn vlot afstanden van tien kilometer overbruggen. De bemester is een 7,2 meter brede Slootsmid. Als het aan Koen gelegen had, was het een gegalvaniseerde exemplaar. Dat was buiten Justine gerekend, zij drong er op aan dat ze rood gespoten werd. Dat zou mooier zijn in combinatie met de bronskleurige Valtra.
Stalmest strooien ze voorlopig met een Record-breedstrooier, maar een nieuwe 18-tonner van Dezeure is besteld. Net zoals het kalk strooien is het een activiteit die op hetzelfde niveau blijft hangen. Bij Quintyn kunnen klanten kiezen uit twee verschillende soorten kalk en Haspargit-meststoffen. Voor het laden van deze producten hebben ze een Hitachi banden- en rupskraan.
Topmachines
Een machine waar ze voor vechten om ermee te mogen rijden is de Lexion 760 Terra Trac, een capaciteitsmachine op rupsen. De laatste twee jaar waren ze overbodige luxe, maar soms kan het nat zijn in de regio Wingene. Het nadeel is echter dat ze op drie jaar versleten zijn. Om nog meer rendement uit de maaidorser te halen, werkt Quintyn meestal met een Horsch-overlaadwagen. Ze moeten het wel hebben van dorsmaïs, graan staat er immers amper.
In de hangar viel mijn oog op de gloednieuwe Frickelo-schijveneg. Een multitool die breed inzetbaar is en waar ze nog veel plezier aan zullen beleven. Koen zou hem vooral gebruiken voor het zaaien van groenbemester op graan- en maïsstoppels. In Wingene kijken ze er alleszins naar uit om ermee buiten te komen om weer net dat tikkeltje extra te kunnen bieden aan de klant.
Bedrijfsprofiel
Koen Quintyn (44) en Sofie Devooght (40) uit het West-Vlaamse Wingene maakten meteen indruk wanneer ze een rondleiding gaven door hun ordelijk en proper machinepark. Het terrein is helemaal gebetonneerd en begin maart stonden de machines nog netjes in de loods gepuzzeld. Een lijn die het echtpaar probeert door te trekken naar dienstverlening toe. Koen en Sofie willen hun klanten het gevoel geven dat ze in de weer zijn en moeite doen. Stiptheid en een hedendaags machinepark zijn hun belangrijkste troeven. Het oogsten van gras en maïs neemt serieuze proporties aan, toch bieden ze het hele agrarische pakket aan binnen een straal van twintig kilometer.De chauffeurs appreciëren Sofie’s keuken. Tijdens de wintermaanden verzorgden ze samen met Koen het onderhoud van de machines, zo’n warme maaltijd smaakt dan wel ’s middags. In het seizoen eten de machinisten vaak bij de klanten, geen vereiste maar een aangename gewoonte. De administratie en planning leunen op Sofie’s schouders, toch overloopt ze dagelijks het werkschema met Koen. Quintyn zelf plant zijn agenda niet al te vol, maar op het einde van de dag heeft hij altijd zeventien dingen gedaan. Ook opa Willy Quintyn verdient een dikke pluim, op 75-jarige leeftijd ploegt hij heel wat land om met een Kuhn-vijfschaar. Hij vertelt hier zo vaak en enthousiast over dat Sofie ondertussen ook al weet hoe ze moet ploegen.
De familie Quintyn – Devooght telt vier leden. Jente (16) heeft pas zijn G-rijbewijs gehaald. Toch is het Justine die het meeste interesse toont in de zaak. Ze heeft alvast smaak, op haar aandringen kreeg de nieuwe Deroo-tank een rode kleur.
Deze reportage verscheen eerder in “De Loonwerker 06/2017”. Wil je graag een abonnement? Surf dan snel naar onze agroshop!
Tekst en beeld: Tom Govaerts