Naar jaarlijkse gewoonte bevraagt het VCM de mestverwerkingssector over de stand van zaken en evoluties in de mestverwerking in Vlaanderen. Uit de resultaten van de recente bevraging kwam naar voren dat de Vlaamse operationele mestverwerkingscapaciteit, exclusief export met ongeveer 5.6 miljoen kg N (+ ~20%) is toegenomen in 2014. Ook blijkt dat in 2014 39,3 miljoen kg stikstof (N) uit dierlijke mest werd verwerkt (incl. export)
Het grootste gedeelte (44%) van de N-verwerking werd gerealiseerd door de verwerking en export van varkensmest (17,5 miljoen kg N), zeer dicht gevolgd door de verwerking en export van ruwe pluimveemest (16,8 miljoen kg N). De verwerking van varkensmest (excl. export) leverde een operationele capaciteit van 15.7 miljoen kg N op (40%).
Afgezwakte stijging van export van onbehandelde mest
De export van ruwe varkensmest richting Nederland is met 6% toegenomen in vergelijking met 2013 (+11.110 ton). Ten opzichte van het vorige enquêtejaar is deze stijging sterk afgezwakt.
Het volume geëxporteerde pluimveemest (richting Frankrijk) is vrij constant gebleven, maar uitgedrukt in kg N is er wel een daling van 22%, dit door een daling van de inhoudswaarden van voornamelijk braadkippenmest.
23% vrij beschikbare capaciteit
VCM vergelijkt jaarlijks de beschikbare (gebouwde) met de operationele (reeds ingevulde) capaciteit in de operationele installaties in Vlaanderen. In 2014 werd een verschil van 23% vastgesteld; dit verschil is gelijkaardig als in 2013 (21%). De vrije capaciteit in de provincie West-Vlaanderen is wel sterk gestegen. Reden hiervoor is dat 8 verschillende installaties veel minder verwerkt hebben dan in 2013; dit door afbouw of faillissement van de installatie, of door mogelijke concurrentie door export van ruwe varkensmest naar Nederland. De vrije capaciteit in de provincie Oost-Vlaanderen is dan weer sterk gedaald; dit wil zeggen dat de bestaande capaciteit beter werd ingevuld dan in 2013.
De bemestingsnormen van het nieuwe Mestactieplan (MAP 5) zijn sinds kort in voege, maar zullen, nu de voorjaarsgiften al uitgereden zijn, voornamelijk in 2016 in de praktijk toegepast worden. Een daling van de vrije beschikbare capaciteit wordt dan ook voornamelijk pas verwacht voor het enquêtejaar 2016.
Vijf nieuwe installaties in 2014
Vlaanderen telde in 2014 in totaal 120 operationele mestverwerkingsinstallaties. Er werden vijf nieuwe installaties opgestart (waarvan 1 overname) en 3 installaties stopgezet (waarvan 1 in de loop van 2014). In 2015 wordt de bouw van 2 installaties, en daarnaast de opstart van 2 nieuwe installaties (droging en filtratie) verwacht.
Frankrijk blijft belangrijkste exportregio voor Vlaamse mestverwerkingsproducten
Nog steeds is Frankrijk de belangrijkste exportregio voor Vlaamse mestverwerkingsproducten (56%); gevolgd door Nederland (35%). De export richting Duitsland bedraagt slechts 7% van de totale hoeveelheid geëxporteerde producten uit mestverwerking (op tonnage-basis).
West-Vlaanderen blijft belangrijkste provincie
In de provincie West-Vlaanderen wordt 55% van de totale verwerkingscapaciteit in Vlaanderen gerealiseerd (uitgedrukt in tonnages). De verwerking in Antwerpen komt op de tweede plaats met 22% gevolgd door Limburg (13%) en Oost-Vlaanderen (9%). In Vlaams-Brabant (0,1%) wordt slechts een heel beperkt aandeel mest verwerkt. Het aandeel van West-Vlaanderen is net zoals vorig jaar opnieuw licht afgenomen, dit door faillissement van installaties en opstart van nieuwe installaties in andere provincies.